Prg. 2005, 131:Appèl tegen onvoorwaardelijke ontbinding arbeidsovereenkomst (met vergoeding € 51.666,98) ondanks voorwaardelijk verzoek na ontslag op staande voet. Hof: beschikking gebaseerd op onvoorwaardelijk tegenverzoek werknemer. Uitzonderingen op appèlverbod doen zich niet voor. Verwerping beroep.

Prg. 2005, 131

Appèl tegen onvoorwaardelijke ontbinding arbeidsovereenkomst (met vergoeding € 51.666,98) ondanks voorwaardelijk verzoek na ontslag op staande voet. Hof: beschikking gebaseerd op onvoorwaardelijk tegenverzoek werknemer. Uitzonderingen op appèlverbod doen zich niet voor. Verwerping beroep.

Documentgegevens:

Hof Leeuwarden 22-06-2005, ECLI:NL:GHLEE:2005:AT8086

Instantie: Hof Leeuwarden
Datum: 22 juni 2005
Magistraten: Mrs. J.H. Kuiper, W. Breemhaar, E.J. Postma
Zaaknummer: 0500077
LJN: AT8086
Vakgebied(en): Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Brondocumenten: ECLI:NL:GHLEE:2005:AT8086, Uitspraak, Hof Leeuwarden, 22‑06‑2005
Wetingang: BW art. 7:685 lid 11

Essentie

Ontslagrecht. Is een onvoorwaardelijke ontbindingsbeschikking ex art. 7:685 BW appellabel indien een voorwaardelijke uitspraak is verzocht?

In beginsel zou de rechter buiten het toepassingsgebied van het wetsartikel zijn getreden, doch nu werknemer ook — onvoorwaardelijk — ontbinding verzocht is bepalend op welk verzoek is beslist.

Samenvatting

Werkgeefster verzoekt het hof vernietiging van de beschikking tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een toegekende vergoeding van € 51 666,98. De kantonrechter zou hebben verzuimd te vermelden dat de beschikking voorwaardelijk was. Werknemer was immers op staande voet ontslagen, zodat een niet bestaande arbeidsovereenkomst is ontbonden. Gevraagd wordt thans wèl ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.