NJF 2004, 264:Procesrecht. Hoger beroep van zogenaamd Mulderfeit. Ingevolge art. 26a lid 2WAHV is degene aan wie de administratieve sanctie is opgelegd in zijn (hoger) beroep ontvankelijk na voorafgaande zekerheidstelling van het nog verschuldigde bedrag plus de kosten. In casu bedraagt het verschuldigde griffierecht € 21,75 (debetbedrag ex art. 18 Wet tarieven burgerlijke zaken), waarnaast nog zekerheid moet worden gesteld voor de administratieve sanctie ad € 180,51. Het gevraagde bedrag aan zekerheidstelling levert in casu ontoelaatbare beperking op in de zin van art. 6EVRM en Hof stelt dit bedrag vast op € 48,25.