RN 2019/103
Appartementsrecht. Is een beding in een erfpachtakte over de wijze van vaststellen van de waarde van een appartementsrecht na overgang van dat recht op grondeigenaar nietig?
HR 11-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1578
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/01738
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS174334:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Genotsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1578, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:627, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑04‑2018
- Wetingang
Essentie
Appartementsrecht. Splitsing.
Is een beding in een erfpachtakte over de wijze van vaststellen van de waarde van een appartementsrecht na overgang van dat recht op grondeigenaar nietig?
Samenvatting
In artikel 9, onder e van een erfpachtakte is de navolgende clausule opgenomen: "Erfpachter is bevoegd het erfpachtsrecht te splitsen in twee appartementsrechten (restaurant en hotelappartementen) en het appartement bevattende de hotelappartementen vervolgens onder te splitsen in dertien onderappartementsrechten. De door de gemeente te vergoeden waarde als bedoeld in artikel 5:116 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek zal worden bepaald als volgt: (…)." De VvE vraagt een verklaring ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.