RvdW 2015/994
Stuiting verjaring; mededeling als vereist door art. 3:317 lid 1 BW?; maatstaf; uitleg; omstandigheden die plaatsvonden nadat rechtshandeling is verricht.
HR 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2741 (Int. Strategies Group/Royal Bank of Scotland)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 september 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/02968
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Roepnaam
Int. Strategies Group/Royal Bank of Scotland
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2741, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:690, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑06‑2014
- Wetingang
art. 3:317 BW
Essentie
Stuiting verjaring; mededeling als vereist door art. 3:317 lid 1 BW?; maatstaf; uitleg; omstandigheden die plaatsvonden nadat rechtshandeling is verricht.
De verjaring van een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis kan onder meer worden gestuit door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt (art. 3:317 lid 1 BW). Deze schriftelijke mededeling moet een voldoende duidelijke waarschuwing aan de schuldenaar inhouden dat hij, ook na het verstrijken van de verjaringstermijn, rekening ermee moet houden dat hij de beschikking houdt over zijn gegevens en bewijsmateriaal, opdat hij zich tegen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.