NJB 2011, 812
Onderbewindstelling.
HR 01-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP4339
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 april 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
10/04065
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BP4339
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP4339, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP4339, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑09‑2010
- Wetingang
BW art. 1:431 lid 1; Rv art. 237, 289 en 362
Essentie
Het hof bekrachtigt een onderbewindstelling van twee panden van betrokkene en de huurinkomsten daaruit. HR:
1. Onderbewindstelling. Het oordeel dat uit de vastgestelde feiten volgt dat aan de maatstaf van art. 1:431 lid 1 BW is voldaan, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd. Niet onbegrijpelijk is dat het hof het inwinnen van een deskundigenbericht niet nodig achtte.
2. Proceskosten. Verzoekschriftprocedure. Familiezaak. Het is aan het inzicht van de feitenrechter overgelaten of grond bestaat voor een veroordeling in de proceskosten.
Partij(en)
Betrokkene,
adv. mr. H.J.W. Alt,
tegen
de zus, de broer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.