JAR 2018/276
Hof is ten onrechte voorbijgegaan aan bewijsaanbod van op staande voet ontslagen kraanmachinist, vakantie zonder toestemming.
HR 05-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1846
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
17/05594
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1846, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:582, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2018
- Wetingang
Art. 7:678 BW; art. 166 lid 1 Rv
Essentie
Veka Shipyard Lemmer B.V. bouwt en onderhoudt schepen. Volgens de door de werknemers van Veka gebruikte verlofbriefjes dienen werknemers voor verlof van meer dan twee dagen toestemming te krijgen van zowel de afdelingschef als de bedrijfsleider. Een kraanmachinist, sinds 2012 in dienst bij Veka, heeft een verlofaanvraag ingediend voor 3,5 week in september-oktober 2016. De aanvraag is goedgekeurd door leidinggevende maar afgewezen door bedrijfsleider wegens drukke werkzaamheden op de werf. De kraanmachinist is wel op vakantie gegaan waarna hij op staande voet is ontslagen. De kantonrechter heeft de door kraanmachinist verzochte vernietiging van ontslag op staande voet, loondoorbetaling, wedertewerkstelling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.