Einde inhoudsopgave
Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof
Artikel 81 Beroep tegen een einduitspraak
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
17-07-1998, Trb. 2000, 120 (uitgifte: 17-10-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-07-2002, Trb. 2002, 135 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
Tegen een beslissing ingevolge artikel 74 kan beroep worden ingesteld overeenkomstig het Reglement van proces- en bewijsvoering.
- a.
De Aanklager is bevoegd beroep in te stellen op een van de volgende gronden:
- i.
een procedurefout,
- ii.
feitelijke dwaling, of
- iii.
rechtsdwaling;
- b.
De veroordeelde of de Aanklager namens hem, is bevoegd beroep in te stellen op een van de volgende gronden:
- i.
een procedurefout,
- ii.
feitelijke dwaling,
- iii.
rechtsdwaling, of
- iv.
andere gronden die de eerlijkheid en de betrouwbaarheid van de procedure of de beslissing aantasten.
2
a.
Overeenkomstig het Reglement van proces- en bewijsvoering zijn de Aanklager en de veroordeelde bevoegd om beroep in te stellen tegen een einduitspraak, op grond van onevenredigheid tussen het misdrijf en de einduitspraak;
b.
Indien het Hof op een beroep tegen een einduitspraak gronden aanneemt om de veroordeling geheel of gedeeltelijk te vernietigen, is het Hof bevoegd de Aanklager en de veroordeelde uit te nodigen gronden te ontwikkelen ingevolge artikel 81, eerste lid, onder a of b, en een beslissing te nemen over veroordeling overeenkomstig artikel 83;
c.
Dezelfde procedure geldt, indien het Hof op een beroep dat alleen de veroordeling betreft gronden aanneemt tot vermindering van de straf ingevolge het tweede lid, onder a.
3
a.
Tenzij de Kamer van berechting anders beveelt, blijft een veroordeelde hangende een beroep in hechtenis;
b.
Wanneer de tijd die een veroordeelde in bewaring heeft doorgebracht de opgelegde gevangenisstraf te boven gaat, wordt hij in vrijheid gesteld, met dien verstande dat de invrijheidstelling, indien de Aanklager eveneens beroep heeft ingesteld, kan zijn onderworpen aan de hierna onder c vermelde voorwaarden;
c.
In geval van vrijspraak wordt de beschuldigde onmiddellijk in vrijheid gesteld met inachtneming van het volgende:
- i.
in buitengewone omstandigheden, met inachtneming van het concrete vluchtgevaar, de ernst van het tenlastegelegde misdrijf en de slagingskans van het beroep, is de Kamer van berechting bevoegd op verzoek van de Aanklager de hechtenis hangende het hoger beroep te doen voortduren;
- ii.
tegen een beslissing van de Kamer van berechting ingevolge het bepaalde onder c, onderdeel ii., kan beroep worden ingesteld overeenkomstig het Reglement van proces[lees: proces-] en bewijsvoering.
4.
Onverminderd het derde lid, onder a en b, wordt de tenuitvoerlegging van de uitspraak geschorst gedurende de beroepstermijn en voor de duur van de afdoening in beroep.