JWB 2017/35
Huwelijksgoederenrecht
HR 03-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:161
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 februari 2017
- Zaaknummer
15/05587
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:161, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1233, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑10‑2015
- Wetingang
Art. 1:141 BW
Essentie
Huwelijksgoederenrecht
Samenvatting
Casus
In deze zaak gaat het om de toepasselijkheid van het bewijsvermoeden van art. 1:141 lid 3 BW in het kader van de afwikkeling van een niet uitgevoerd periodiek verrekenbeding.
Rechtsvraag
Heeft het hof de regel van het bewijsvermoeden van art. 1:141 lid 3 BW miskend door te oordelen dat het aan de man is om aan te tonen dat de waarde van de woning is ontstaan uit te verrekenen inkomsten?
Beslissing
Deze klacht treft doel. Art. 1:141 lid 3 BW bepaalt dat indien bij het einde van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.