NJ 2009, 223:Tussentijds cassatieberoep tegen tussenbeschikking bij beroep op schending beginsel hoor en wederhoor; doorbreking rechtsmiddelenverbod?

NJ 2009, 223

Tussentijds cassatieberoep tegen tussenbeschikking bij beroep op schending beginsel hoor en wederhoor; doorbreking rechtsmiddelenverbod?

Documentgegevens:

HR 08-05-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH3664

Instantie: Hoge Raad
Datum: 8 mei 2009
Magistraten: Mrs. A. Hammerstein, O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels
Zaaknummer: 08/03268
Conclusie: A-G Wesseling-van Gent
LJN: BH3664
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Staatsrecht / Rechtspraak
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2009:BH3664, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑05‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH3664, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑02‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑07‑2008
Wetingang: Rv art. 401a, 426

Essentie

Ingevolge art. 426 lid 4 Rv juncto art. 401a lid 2 Rv kan beroep in cassatie van een tussenbeschikking slechts tegelijk met dat van de eindbeschikking worden ingesteld, nu het hof niet anders heeft bepaald. Daaraan kan niet afdoen dat in cassatie een beroep is gedaan op schending van het beginsel van hoor en wederhoor.

Samenvatting

In deze zaak is tussentijds cassatieberoep ingesteld tegen de tussenbeschikking waarbij verweerster in cassatie, de grootmoeder, ontvankelijk is verklaard als belanghebbende in verband met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.