Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit Toeslagen
2.2 Toetsingsinkomen bij kwijtscheldingswinsten
Geldend
Geldend vanaf 05-11-2024
- Bronpublicatie:
17-10-2024, Stcrt. 2024, 34466 (uitgifte: 04-11-2024, regelingnummer: 2024-492904)
- Inwerkingtreding
05-11-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-10-2024, Stcrt. 2024, 34466 (uitgifte: 04-11-2024, regelingnummer: 2024-492904)
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
In de praktijk doen zich situaties voor waarin de kwijtscheldingswinstvrijstelling in de Wet IB 2001 niet volledig doorwerkt in het toetsingsinkomen voor de toeslagen. Dit kan het geval zijn als schuldeisers hun niet voor verwezenlijking vatbare rechten prijsgeven (schulden kwijtschelden) en een belastingplichtige daarnaast openstaande te verrekenen verliezen heeft. Voor het toetsingsinkomen wordt doorgaans aangesloten bij het verzamelinkomen uit de Wet IB 2001.1. Eventuele openstaande te verrekenen verliezen maken geen deel uit van het verzamelinkomen.2. Hierdoor zal in een situatie waarin de belastingplichtige openstaande te verrekenen verliezen heeft de kwijtscheldingswinst geheel of gedeeltelijk leiden tot een verhoging van het verzamelinkomen in de Wet IB 2001 en het toetsingsinkomen voor diverse toeslagen.3. Belanghebbende kan door dit ‘papieren inkomen’ het recht op toeslagen verliezen of minder toeslagen krijgen. Hij wordt dan geconfronteerd met een terugbetalingsverplichting van toeslagen zonder dat hij over dit inkomen heeft kunnen beschikken.
Goedkeuring
Ik keur daarom vooruitlopend op wetgeving goed dat in de situatie waarin de kwijtscheldingswinst als bedoeld in artikel 3.13, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001 het toetsingsinkomen verhoogt – omdat de in dit artikel opgenomen vrijstelling deze winst niet geheel vrijstelt ten gevolge van openstaande te verrekenen verliezen in box 1 van de inkomstenbelasting – Dienst Toeslagen op verzoek van belanghebbende voor de vaststelling van het toetsingsinkomen kan uitgaan van het verzamelinkomen zonder de hiervoor bedoelde kwijtscheldingswinst.
Als de definitieve tegemoetkoming waarop het verzoek betrekking heeft onherroepelijk vaststaat, gelden de bijzondere regels voor herziening zoals opgenomen in artikel 21a Awir, jo. artikel 5a van de Uitvoeringsregeling Awir, met dien verstande dat artikel 5a, eerste lid, onderdeel c, van de Uitvoeringsregeling Awir geen toepassing vindt. Dit betekent dat een belanghebbende een verzoek om herziening op basis van dit onderdeel van het besluit kan doen tenzij vijf jaren zijn verstreken na de laatste dag van het berekeningsjaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft en de belanghebbende niet binnen een jaar na de dagtekening van de beschikking tot toekenning om herziening heeft verzocht.
Voetnoten
Artikel 2.18 Wet IB 2001.
Artikel 3.1, eerste lid, Wet IB 2001 jo. artikel 2.18 Wet IB 2001.
Indien geen sprake is van te verrekenen verliezen, zal de kwijtscheldingswinst doorgaans op grond van artikel 3.13, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001 worden vrijgesteld van de winst uit onderneming.