Prg. 2019/68
Prejudiciële procedure. Hoge Raad verduidelijkt criteria ontbinding overeenkomst ex art. 6:265 BW. De ‘tenzij’ bepaling betekent dat slechts een tekortkoming van voldoende gewicht recht geeft op gehele of gedeeltelijke ontbinding en naast de gezichtspunten in lid 1, kunnen alle overige omstandigheden van het geval daarbij van belang zijn.
HR 28-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1810, m.nt. P.J.M. Ros (Tenzij-arrest)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 september 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00855
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Noot
P.J.M. Ros
- Roepnaam
Tenzij-arrest
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS24751:1
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1810, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:787, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑07‑2018
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Gelden bij ontbinding van (bijvoorbeeld) huurovereenkomst van (schaarse) sociale huurwoning bijzondere ontbindingsregels?
Nee. Hoge Raad verduidelijkt ontbindingscriteria art. 6:265 BW en geeft aan dat die voldoende ruimte laten voor meewegen bijzondere omstandigheden.
Samenvatting
Woningstichting Eigen Haard vordert ontruiming van een sociale huurwoning, omdat de huurder in strijd met de algemene voorwaarden van de huurovereenkomst tijdelijk kosteloos onderdak heeft gegeven aan een ander gezin. Volgens Eigen Haard is daarom ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de huurder de woning steeds zelf is blijven bewonen, maar voor de inwoning wel toestemming had moeten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.