NJ 2009, 369
Onvoldoende gemotiveerd oordeel dat verdachte niet behoorlijk gelegenheid gaf tot vaststelling identiteit.
HR 30-06-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI3923
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 juni 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
07/12145
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BI3923
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
Verkeersrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BI3923, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BI3923, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑06‑2009
- Wetingang
Art. 7 lid 2WVW 1994
Essentie
’s Hofs oordeel dat niet aannemelijk is dat de verdachte op de plaats van de aanrijding behoorlijk de gelegenheid heeft geboden tot vaststelling van zijn identiteit en die van zijn motorrijtuig is niet zonder meer begrijpelijk, in aanmerking genomen dat het hof in een van de bewijsmiddelen heeft vastgesteld dat de verdachte na de aanrijding uit zijn auto is gestapt en heeft geprobeerd een gesprek aan te gaan met het slachtoffer en dat deze niets zei maar zijn hoofd wegdraaide en terugliep naar zijn auto.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.