NJB 2014/1438:Uitlevering. Foltering. Nadat de uitleveringsrechter een uitlevering aan de VS toelaatbaar heeft verklaard en de minister de uitlevering heeft toegestaan, verbiedt de civiele kortgedingrechter in hoger beroep de uitlevering. De Hoge Raad laat het verbod in stand. HR: Taakverdeling tussen de uitleveringsrechter, de minister en de civiele rechter. Vooropstelling: zie hoofdtekst. Het hof heeft met juistheid vooropgesteld dat de uitlevering moet worden verboden indien functionarissen van de VS de foltering van de opgeëiste persoon in verband met de zaak waarvoor de uitlevering is gevraagd, hebben bewerkstelligd. Het oordeel van het hof dat dit geval zich voordoet, indien functionarissen van de VS de Pakistaanse autoriteiten hebben verzocht de opgeëiste persoon aan te houden, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is naar behoren gemotiveerd. De oordelen van het hof dat onder de omstandigheden van het geval bepaald niet ondenkbaar is dat de VS de Pakistaanse autoriteiten hebben verzocht de opgeëiste persoon aan te houden, en dat het op de weg van de Staat ligt daarnaar onderzoek te doen, getuigen niet van een onjuiste rechtsopvatting en zijn niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd