Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/794 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)
Artikel 20 bis Betrekkingen met het Europees Openbaar Ministerie
Geldend
Geldend vanaf 28-06-2022
- Bronpublicatie:
08-06-2022, PbEU 2022, L 169 (uitgifte: 27-06-2022, regelingnummer: 2022/991)
- Inwerkingtreding
28-06-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-2022, PbEU 2022, L 169 (uitgifte: 27-06-2022, regelingnummer: 2022/991)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Europol creëert en onderhoudt een nauwe relatie met het EOM. In het kader van die relatie handelen Europol en het EOM binnen de grenzen van hun respectieve mandaat en bevoegdheden. Daartoe maken zij een werkafspraak waarin hun samenwerking nader wordt geregeld.
2.
Op verzoek van het EOM overeenkomstig artikel 102 van Verordening (EU) 2017/1939 ondersteunt Europol de onderzoeken van het EOM en werkt ermee samen door informatie en analytische ondersteuning te verstrekken totdat het EOM besluit of het de vervolging instelt of de zaak anderszins afdoet.
3.
Teneinde informatie te verstrekken aan het EOM in het kader van lid 2 van dit artikel, neemt Europol alle nodige maatregelen om het EOM op basis van een hit/no hit-systeem indirecte toegang te geven tot gegevens in verband met strafbare feiten die onder de bevoegdheid van het EOM vallen, die zijn verstrekt voor de in artikel 18, lid 2, punten a), b) en c), bepaalde doeleinden. Dat hit/no hit-systeem stelt alleen Europol in kennis van een hit, en dat onverminderd de op grond van artikel 19, lid 2, door de in artikel 19, lid 1, bedoelde verstrekkers van informatie gestelde beperkingen.
Indien een zoekopdracht een hit oplevert, stelt Europol de procedure in die het mogelijk maakt de informatie die tot de hit heeft geleid, te delen, in overeenstemming met het besluit van de in artikel 19, lid 1, bedoelde verstrekker van de informatie, en alleen voor zover de gegevens die tot een hit hebben geleid, relevant zijn voor het op grond van lid 2 van dit artikel ingediende verzoek.
4.
Europol meldt zonder onnodige vertraging aan het EOM alle strafbare gedragingen ten aanzien waarvan het EOM zijn bevoegdheid zou kunnen uitoefenen overeenkomstig artikel 22 en artikel 25, leden 2 en 3, van Verordening (EU) 2017/1939 en onverminderd de door de verstrekker van de informatie gestelde beperkingen op grond van artikel 19, lid 2, van deze verordening.
Wanneer Europol uit hoofde van de eerste alinea een melding doet aan het EOM, stelt het de betrokken lidstaten onverwijld in kennis.
Indien informatie over strafbare gedragingen ten aanzien waarvan het EOM zijn bevoegdheid zou kunnen uitoefenen, aan Europol is verstrekt door een lidstaat die op grond van artikel 19, lid 2, van deze verordening beperkingen heeft gesteld op het gebruik van die informatie, stelt Europol het EOM in kennis van het bestaan van die beperkingen en verwijst het de aangelegenheid door naar de betrokken lidstaat. De desbetreffende lidstaat neemt rechtstreeks contact op met het EOM teneinde aan artikel 24, leden 1 en 4, van Verordening (EU) 2017/1939 te voldoen.;