NJF 2019/615
Onrechtmatige overheidsdaad doordat de Staat zich onvoldoende inspant om Nederlandse kinderen van Syriëgangers terug te halen. Als de voorwaarde daarvoor is dat de moeders mee gaan moeten die ook worden gerepatrieerd.
Rb. Den Haag 11-11-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:11909
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
11 november 2019
- Magistraten
Mr. H.J. Vetter
- Zaaknummer
C-09-581588-KG ZA 19-999
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDHA:2019:11909, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 11‑11‑2019
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad doordat de Staat zich onvoldoende inspant om Nederlandse kinderen van Syriëgangers terug te halen. Als de voorwaarde daarvoor is dat de moeders mee gaan moeten die ook worden gerepatrieerd.
Samenvatting
Een aantal moeders van minderjarige Nederlandse kinderen die in opvangkampen in Syrië verblijven vorderen van de Staat dat zij met hun kinderen gerepatrieerd worden. Aan het IRVK en EVRM kan jegens de Staat in dit geval geen rechtstreekse aanspraak worden ontleend omdat de Staat geen rechtsmacht in Syrië heeft. Wel spelen die verdragsbepalingen indirect bij de toetsing van de zorgvuldigheidsnorm van artikel 6:162 lid 2 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.