Hof Amsterdam, 07-11-2012, nr. 23-002401-09
ECLI:NL:GHAMS:2012:BY2739, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
07-11-2012
- Zaaknummer
23-002401-09
- LJN
BY2739
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2012:BY2739, Uitspraak, Hof Amsterdam, 07‑11‑2012; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:359, Niet ontvankelijk
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBHAA:2009:BI0841, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 07‑11‑2012
Inhoudsindicatie
Vrijspraak medeplegen of medeplichtigheid aan liquidatie op parkeerplaats brugrestaurant A4. Veroordeling en partiële vrijspraak voor ‘voorhanden hebben’ van wapens in haar woning en in een opslagbox in verband met al dan niet aanwezigheid van bewustheid ten aanzien van die wapens.
Partij(en)
parketnummer: 23-002401-09
datum uitspraak: 7 november 2012
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 10 april 2009 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-740424-07 (A) en 15-669736-07 (B) tegen
[verdachte],
geboren te [woonplaats] op [1981],
adres: [adres], [woonplaats].
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De rechtbank Haarlem heeft de verdachte vrijgesproken van hetgeen haar in zaak A (parketnummer 15-740424-07) primair en subsidiair en in zaak B (parketnummer 15-669736-07) onder 3 is ten laste gelegd.
Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de hiervoor weergegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open.
Het hof zal de verdachte in zoverre dan ook niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep.
Het hoger beroep van het openbaar ministerie is eveneens onbeperkt ingesteld, maar is blijkens de appelschriftuur en de mededeling van de advocaat-generaal op de terechtzitting slechts gericht tegen de in zaak A gegeven vrijspraak (en de strafmaat) en niet tevens tegen de in zaak B onder 3 gegeven vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 407 van het Wetboek van Strafvordering en nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te beschermen belang dat is gediend met de voortgezette behandeling van dat feit, zal het hof het openbaar ministerie wat betreft het in zaak B (parketnummer 15-669736-07) onder 3 ten laste gelegde niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 11 mei 2011, 30 maart 2012, 25 juni 2012 en 24 oktober 2012, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlasteleggingen
Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
Zaak A (met parketnummer 15-740424-07):
primair:
zij op of omstreeks 13 februari 2007 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) haar mededader(s) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, voornoemde [slachtoffer] (meermalen) met een vuurwapen in en/of door het hoofd geschoten, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
subsidiair:
[S.] en/of een of meer anderen op of omstreeks 13 februari 2007 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het even heeft/hebben beroofd, immers heeft/hebben [S.] en/of (een of meer van) zijn/haar mededader(s) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, [slachtoffer] (meermalen) met en vuurwapen in en/of door het hoofd geschoten, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 2 juli 2007 te [woonplaats] en/of Rotterdam en/of Barendrecht en/of Hoofddorp en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is/zijn geweest, immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn/haar mededader(s)
- -
zich op 13 februari 2007 in een (op naam van [verdachte] gesteld) vervoermiddel, te weten een Mercedes Sprinter ([kenteken]) begeven naar de parkeerplaats van het brugrestaurant/Van der Valkhotel aan de A4 in de gemeente Haarlemmermeer en/of
aldaar voornoemd vervoermiddel op 13 februari 2007 tussen ongeveer 17.00 uur en ongeveer 21.15 uur steeds dichter hij de auto van [slachtoffer] geparkeerd en/of
aldaar op 13 februari 2007 tussen ongeveer 18.30 uur en ongeveer 22.00 uur (meermalen) eten en/of drinken gehaald hij Kentucky Fried Chicken en/of
aldaar zich op 13 februari 2007 tussen ongeveer 20.15 uur en ongeveer 20.45 uur naar het brugrestaurant begeven en/of aldaar [slachtoffer] in de gaten gehouden en/of
aldaar met behulp van voornoemd vervoerrmiddel op 13 februari 2007 om ongeveer 22.15 uur de plaats des misdrijfs verlaten en/of
- -
in voornoemde periode een opslagruimte, te weten [de opslagbox], gebruikt en/of ter beschikking gesteld om een bivakmuts en/of handschoenen en/of schriftelijke bescheiden (waaronder een kassabon van de firma DUMP d.d. 13 februari 2007 van de aankoop van 3 zwarte ponchos en/of 4 paar handschoenen en/of 4 bivakmutsen) en/of (een deel van) het kentekenbewijs van de Mercedes Sprinter [[kenteken]]) te verbergen en/of te bewaren en/of
- -
in voornoemde periode een woning, gelegen aan de [adres] te [woonplaats], gebruikt en/of ter beschikking gesteld om een of meer vuurwapens en/of munitie en/of geluiddempers en/of een poncho en/of de afstandsbediening van [de opslagbox] te verbergen en/of te bewaren en/of
- -
op 30 maart 2007 om ongeveer 23.00 uur te Rotterdam voornoemde Mercedes Sprinter schoongemaakt en/of goederen uit genoemd voertuig verwijderd.
Zaak B (met parketnummer 15-669736-07) (gevoegd):
onder 1:
zij op of omstreeks 2 juli 2007 althans in of omstreeks de periode van 1 april 2006 tot en met 2 juli 2007 te Barendrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 31,7 kilo, in elk geval een (grote) hoeveelheid, XTC pillen/tabletten in elk geval van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
onder 2:
zij op of omstreeks 02 juli 2007 althans in of omstreeks de periode van 1 april 2006 tot en met 2 juli 2007 te Barendrecht in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer wapen(s) van categorie II onder 7, te weten zes slagpijpjes en/of ongeveer 851 gram springstof (TNT), zijnde (een) voorwerp(en) bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, voorhanden heeft/hebben gehad;
onder 3:
zij op of omstreeks 02 juli 2007 althans in of omstreeks de periode van 1 april 2006 tot en met 2 juli 2007 te Barendrecht in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk drie bankbiljetten van 500 euro, dat/die verdachte zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing verdachte, toen zij dat/die ontving, bekend was, met het oogmerk om dat/die als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, in voorraad heeft gehad;
onder 4:
zij op of omstreeks 02 juli 2007 althans in of omstreeks de periode van 1 april 2006 tot en met 2 juli 2007 te Barendrecht, in elk geval in Nederland, opzettelijk voorhanden heeft gehad een vals of vervalst rijbewijs (op naam van [naam], geboren op [1983]) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst, immers voornoemd rijbewijs was voorzien van een pasfoto van verdachte, terwijl het rijbewijs niet op haar naam was gesteld;
onder 5:
zij op of omstreeks 12 juni 2007, in of omstreeks de periode van 1 september 2006 tot en met 12 juni 2007 te [woonplaats], in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, zes munitiehouders en/of munitie van categorie III, te weten
- -
20 volmantelpatronen van het kaliber 7.62 mm en/of
- -
19 volmantelpatronen van het kaliber 7.62 mm en/of
- -
27 patronen van het kaliber 5.6 mm long rifle en/of
- -
26 patronen van het kaliber 9 mm en/of
- -
1 patroon van het kaliber 7.62 mm en/of
- -
20 volmantelpatronen van het kaliber 9 mm en/of
- -
11 volmantelpatronen van het kaliber 9 mm,
voorhanden heeft gehad;
onder 6:
zij op of omstreeks 12 juni 2007 in of omstreeks de periode van 1 september 2006 tot en met 12 juni 2007 te [woonplaats], in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer wapens van categorie I, onder 3, te weten twee geluiddempers, voorhanden heeft gehad;
onder 7:
zij op of omstreeks 12 juni 2007 in of omstreeks de periode van 1 september 2006 tot en met 12 juni 2007 te [woonplaats], in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, twee wapens van categorie II, te weten
- -
een volautomatisch repeterend vuurwapen (machinepistool), kaliber 9 mm en/of
- -
een volautomatisch repeterend vuurwapen (machinepistool), kaliber 7.65 x 17 mm
en/of
drie wapens van categorie III, te weten
- -
een single action, semi-automatisch vuurwapen van het merk Heckler & Koch, type VP 70 Z van het kaliber 9 x 19 en/of
- -
een vuurwapen van het merk Pietro Beretta, model 70, kaliber 7.65 en/of
- -
een vuurwapen van het merk Walther, type TPH, kaliber .22 inch long rifle,
voorhanden heeft gehad en/of heeft gedragen;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring en strafoplegging komt dan de rechtbank.
Vrijspraak
Zaak A (primair en subsidiair)
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld voor het in zaak A primair ten laste gelegde medeplegen van moord op [slachtoffer].
Hij heeft hiertoe - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
De verdachte heeft een substantiële bijdrage geleverd aan het misdrijf. Zonder de verdachte en de medeverdachte [S.] waren de medeverdachte [G.] en een vierde persoon niet ter plaatse aanwezig geweest om [slachtoffer] te liquideren. Het kopen van bivakmutsen en handschoenen, het bellen en ophalen van [G.] en een vierde persoon, het positioneren van de Mercedesbus in de directe nabijheid van de auto van het latere slachtoffer, het gezamenlijk wachten bij die auto, het gezamenlijk bestellen en nuttigen van etenswaren en het moeten waarnemen van de uitrusting van [G.] en die vierde persoon (het hof begrijpt: met bivakmutsen en wapens) brengen mee dat sprake is van uitvoeringshandelingen die gezien hun uiterlijke verschijningsvorm een nauwe en bewuste samenwerking inhouden. Voor zover de verdachte hierbij al een ander doel zou hebben gehad, zoals bijvoorbeeld een ontvoering, blijft gelden dat zij welbewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [G.] en de vierde persoon een levensdelict zouden plegen. Het opzet van de 'meeloper' kan zich in toerekenende zin immers uitstrekken tot omstandigheden die het gevolg zijn van het in gang zetten van gebeurtenissen, ook al is niet direct beoogd wat daarbij uiteindelijk precies is gebeurd.
De aard en de inhoud van de gezamenlijke uitvoeringshandelingen rechtvaardigen de conclusie dat tijd en gelegenheid bestond tot beraad om zich rekenschap te geven van de betekenis en de gevolgen. Dit levert een gezamenlijke voorbedachte raad op.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat vrijspraak moet volgen, kort gezegd omdat de verdachte niet wist wat er ging gebeuren en er geen sprake is van medeplegen.
Het oordeel van het hof
Het hof overweegt als volgt.
Uit de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting leidt het hof af dat de verdachte op 13 februari 2007 een groot deel van de dag met [S.] is opgetrokken. Met hem is zij eerst in Rotterdam geweest en later, via Amsterdam, naar het parkeerterrein bij het brugrestaurant bij de (oostelijke zijde van de) A4 gereden. [S.] bestuurde de op haar naam gestelde witte bestelbus, een Mercedes Sprinter. Onderweg hebben zij twee personen opgehaald, te weten [G.] en een vierde man. De witte bestelbus met genoemde personen is gedurende ruim vijf uur op die parkeerplaats aanwezig geweest. In die tijd heeft [S.] de bus een aantal keren verplaatst in de richting van de auto van [slachtoffer]. De verdachte heeft in die periode een aantal keren de bus verlaten om voor de in de bus aanwezige personen iets te eten en/of te drinken te halen. Omstreeks 22.00 uur zijn twee personen ([G.] en de vierde man), voorzien van bivakmutsen en in ieder geval één vuurwapen, via de schuifdeur uit de bestelbus gestapt en in de richting van de nabij zijn auto aanwezige [slachtoffer] gelopen. Na een korte schermutseling is die [slachtoffer] met een opzetschot in het hoofd geschoten, ten gevolge waarvan hij - kort daarna - is overleden. Direct na die schietpartij is de bus met daarin [S.] (als bestuurder), de verdachte (als bijrijder), [G.] en de vierde man (als inzittenden) weggereden.
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat op grond van deze feiten en omstandigheden slechts kan worden vastgesteld dat de verdachte bij de levensberoving van [slachtoffer] aanwezig was, maar niet dat zij deze heeft medegepleegd. Anders dan de advocaat-generaal, die het opzet van [S.] tevens aan de verdachte toeschrijft, heeft betoogd, kan uit het dossier noch uit het verhandelde ter terechtzitting afgeleid worden dat de gedragingen van de verdachte op 13 februari 2007 waren gericht op een levensdelict en derhalve als uitvoeringshandelingen daartoe moeten worden beschouwd.
Het hof gaat ervan uit dat [S.] de initiator was van de gebeurtenissen op genoemde datum en acht het aannemelijk dat de enkele reden voor de aanwezigheid van de verdachte aldaar was gelegen in het feit dat [S.] haar partner was. [S.] besliste dat naar het brugrestaurant zou worden gereden en was degene die contact legde met [G.] en waarschijnlijk ook de vierde man, kort voordat beiden werden opgehaald. In de bus werd gesproken in het Papiaments, een taal die de verdachte niet begrijpt, zodat aannemelijk is dat zij de gesprekken niet heeft kunnen volgen. Dat [S.] of een ander de verdachte zou hebben uitgelegd wat er zou gaan gebeuren is niet gebleken. Dat zij geen rol had in hetgeen de overige verdachten voornemens waren te doen, blijkt uit het feit dat zij de bus kort voor het schietincident voor enige tijd had verlaten. Het moet voor toeval worden gehouden dat zij weer terug was toen het slachtoffer en zijn gezelschap naar buiten kwamen en [G.] en de vierde man tot actie overgingen.
Uit het dossier, noch uit het verhandelde ter terechtzitting blijkt voorts dat de verdachte in de bus bivakmutsen moet hebben gezien, noch dat prijskaartjes daarvan in de bus van de mutsen zouden zijn verwijderd. Uit het enkele feit dat het bonnetje van de die dag gekochte mutsen enkele maanden later tussen verdachte's persoonlijke bezittingen werd aangetroffen kan dit niet met voldoende zekerheid worden afgeleid. Hetzelfde geldt voor het feit dat een prijskaartje van een dergelijke muts geruime tijd na het feit in de bestelbus werd aangetroffen. Evenmin kan uit het voorhanden bewijsmateriaal worden afgeleid dat de verdachte voorafgaand aan het moment dat [G.] en de vierde man de bus verlieten een of meer wapens heeft gezien. Het enkele feit dat de verdachte zich geruime tijd samen met deze personen in de bus heeft bevonden, acht het hof hiertoe onvoldoende.
Weliswaar acht het hof aannemelijk dat de verdachte in algemene zin heeft geweten dat [S.] zich in het criminele milieu bewoog en dat zij had kunnen vermoeden dat zijn handelingen die dag verband hielden met aangelegenheden die het daglicht niet konden verdragen, maar dat is onvoldoende reden aan te nemen dat hij haar die dag over zijn concrete voornemens heeft geïnformeerd en dat haar handelingen op die dag moeten worden beschouwd als uitvoeringshandelingen gericht op een levensdelict.
Het hof zal de verdachte dan ook vrijspreken van het primair ten laste gelegde medeplegen van moord.
Op grond van voornoemde feiten en omstandigheden kan evenmin worden vastgesteld dat de verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest bij het plegen van dat feit dan wel opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft verschaft. Het hof zal de verdachte dan ook eveneens vrijspreken van de subsidiair ten laste gelegde medeplechtigheid aan van moord.
Zaak B
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld voor de in zaak B onder 1, 2, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten.
Hij heeft hiertoe - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
De verdachte verbleef met [S.] in de woning aan de [adres]. Zij moeten de daar aangetroffen wapens bewust voorhanden hebben gehad en deze hebben willen onttrekken aan het zicht.
De in [de opslagbox] aangetroffen voorwerpen behoorden toe aan [S.], de verdachte en [K.], aangezien zij over de box konden beschikken. De rechtbank heeft terecht overwogen dat de verdachte, nu zij huurster van de box was, daarvan de huur betaalde en beschikte over afstandsbedieningen waarmee de box geopend kon worden en daar bovendien persoonlijke spullen van haar zijn aangetroffen, over deze voorwerpen een zekere beschikkingsmacht had en zich van de aanwezigheid daarvan in meerdere of mindere mate bewust moet zijn geweest. De verdachte heeft deze aanname niet kunnen ontzenuwen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit voor het in zaak B onder 1, 2, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat de verdachte geen wetenschap had van de aanwezigheid van de wapens in de woning aan de [adres] te [woonplaats]. Naast de verdachte hadden ook anderen toegang tot die locatie en de wapens lagen niet direct in het zicht. Bovendien zijn de wapens pas aangetroffen nadat de verdachte zich al enkele dagen in detentie bevond. Met betrekking tot de verboden voorwerpen in [de opslagbox] heeft de raadsman aangevoerd dat deze ten tijde van de aanhouding van de verdachte al enige tijd niet meer op haar naam stond, dat de betalingen voor die box nadien door anderen zijn voldaan en dat de voorwerpen in de box daar evident niet door haar zijn neergezet. Bovendien geldt hier dat de box pas weken na de aanhouding van de verdachte is doorzocht en dat meerdere personen daartoe toegang hadden.
Het oordeel van het hof
Vooropgesteld moet worden dat het bewijs van het bestanddeel 'voorhanden hebben' veronderstelt dat de verdachte over de desbetreffende voorwerpen moet hebben kunnen beschikken en voorts en in het verlengde daarvan, dat er sprake is van (een zekere) bewustheid van de verdachte met betrekking tot de aanwezigheid van die voorwerpen.
Ten aanzien van het adres [adres] te [woonplaats] (feit 5, 6 en 7)
De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg op 23 maart 2009 verklaard dat de desbetreffende woning van haar broer [naam] was en dat zij daar in de ten laste gelegde periode, soms met en soms zonder [S.], verbleef. Haar broer, [S.] en zij waren in het bezit van een sleutel van de woning. Bij hun aanhouding op 4 juni 2007 is zowel onder de verdachte als onder [S.] een sleutel in beslag genomen die toegang gaf tot de woning (ZD1: 1003 en ZD1: 1004 e.v.). Een buurtbewoner heeft de verdachte en [S.] herkend als de personen die het afgelopen jaar in de woning hebben verbleven (ZD1: 1078 e.v.). In de woning zijn diverse persoonlijke voorwerpen van de verdachte en [S.] aangetroffen (ZD1: 1004 e.v.). Dat andere personen van de woning gebruik maakten dan wel daarin verbleven is niet door de verdachte gesteld en is ook anderszins niet gebleken.
[S.] heeft als getuige in de zaak van de verdachte op 23 maart 2009 verklaard dat de aangetroffen wapens van iemand anders waren. Gelet op zijn getuigenverklaring gaat het hof ervan uit dat hij degene is geweest die de wapens in de kruipruimte heeft geplaatst, dan wel heeft toegelaten dat een ander dat heeft gedaan. Ten aanzien van deze wapens geldt dat zij niet open en bloot in het zicht lagen.
Onder de gegeven omstandigheden acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat bij de verdachte sprake was van (een zekere) bewustheid met betrekking tot de aanwezigheid van de 12 juni 2007 in de kruipruimte van de woning aangetroffen wapens. In zoverre zal het hof de verdachte dan vrijspreken.
Ten aanzien van [de opslagbox] (onder 1 en 2 ten laste gelegd)
Bij een doorzoeking op 12 juli 2007 in [de opslagbox] (hierna: de box) zijn verboden wapens en andere stoffen aangetroffen. Gebleken is dat de huurovereenkomst van de box vanaf 1 april 2006 tot 1 februari 2007 op naam van de verdachte heeft gestaan. Vanaf 1 februari 2007 stond dit contract op naam van [naam]. De verdachte heeft tot aan haar aanhouding zorg gedragen voor de maandelijkse huurbetalingen van de box, na haar aanhouding zijn de betalingen verricht door een onbekend gebleven (blanke) man.
[S.] heeft als getuige in de zaak van de verdachte op 23 maart 2009 verklaard dat in de box naast persoonlijke spullen van hem ook spullen van anderen stonden. Andere mensen zouden hem hebben gevraagd opslagruimte te regelen, hetgeen hij zou hebben gedaan. Op het adres [adres] te [woonplaats] is op 12 juni 2007 een afstandsbediening die toegang gaf tot de box aangetroffen. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen konden aldus in ieder geval zowel de verdachte als [S.] over die afstandsbediening beschikken.
Het hof leidt uit de getuigenverklaring van [S.] af dat hij degene is geweest die de verboden voorwerpen in de box heeft geplaatst, dan wel heeft toegelaten dat anderen dat hebben gedaan.
Nu naast de verdachte ook anderen - direct of indirect - toegang hadden tot de box en de verdachte sinds 4 juni 2012 in voorlopig hechtenis verbleef, terwijl nadien een of meer anderen voor de betaling van de huur zijn blijven zorgdragen, acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat bij de verdachte sprake was van (een zekere) bewustheid met betrekking tot de aanwezigheid van de op 2 juli 2007 aangetroffen verboden voorwerpen. Het hof zal de verdachte vrijspreken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak B (met parketnummer 15-669736-07) onder 4, 5 en 7 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
onder 4:
zij in de periode van 4 juni 2007 tot en met 02 juli 2007 te Barendrecht, opzettelijk voorhanden heeft gehad een vervalst rijbewijs op naam van [naam], geboren op [1983] - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - terwijl zij wist dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst, immers voornoemd rijbewijs was voorzien van een pasfoto van verdachte, terwijl het rijbewijs niet op haar naam was gesteld;
onder 5:
zij in de periode van 4 juni 2007 tot en met 12 juni 2007 te [woonplaats] tezamen en in vereniging met een ander twee munitiehouders en munitie van categorie III, voorhanden heeft gehad;
onder 7:
zij in de periode van 4 juni 2007 tot en met 12 juni 2007 te [woonplaats], tezamen en in vereniging met een ander,
een vuurwapen van categorie II, te weten een volautomatisch repeterend vuurwapen (machinepistool), kaliber 9 mm en
een vuurwapen van categorie III, te weten een single action, semi-automatisch vuurwapen van het merk Heckler & Koch, type VP 70 Z van het kaliber 9 x 19,
voorhanden heeft gehad;
Hetgeen in de zaak B (met parketnummer 15-669736-07) onder 4, 5 en 7 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Nadere overweging
Ten aanzien van het in zaak B onder 4 ten laste gelegde
Op 2 juli 2007 is in de box een vervalst rijbewijs, te weten een niet op naam van de verdachte gesteld rijbewijs voorzien van haar pasfoto aangetroffen. Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Zoals hiervoor is overwogen had de verdachte (in ieder geval tot 4 juni 2007, de dag van haar aanhouding) de beschikking over een afstandsbediening die toegang gaf tot de box. Het rijbewijs is aangetroffen in een zilverkleurige koffer tussen allerlei persoonlijke spullen van de verdachte. Ten aanzien van die persoonlijke spullen is niet gesteld noch aannemelijk geworden dat deze daar na haar arrestatie door een ander zijn neergezet. Gelet op de aard van dit document gaat het hof er vanuit dat de verdachte wetenschap had van het bestaan van voornoemd vervalst rijbewijs. Het kan dan ook niet anders dan dat de verdachte zich van de aanwezigheid van dat vervalste rijbewijs in de box bewust is geweest. Het tegendeel is niet gesteld of aannemelijk geworden. Het hof acht voorts, gelet op het feit dat de verdachte op het moment van haar aanhouding de afstandsbediening van deze box nog in haar bezit had en de huur daarvan kennelijk ook nadien door haar bekende personen is voortgezet, alsmede gelet op het persoonlijk karakter van dit document, bewezen dat zij daarover ook na haar aanhouding kon beschikken. Gelet op de aard van dit document kan het tevens niet anders dan dat het bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst.
Ten aanzien van het in zaak B onder 5 en 7 ten laste gelegde
Uit de gehanteerde bewijsmiddelen leidt het hof af dat ten aanzien van de in de bewezenverklaring vermelde wapens de verdachte over de desbetreffende voorwerpen heeft kunnen beschikken en voorts en in het verlengde daarvan, dat sprake is geweest van (een zekere) bewustheid van de verdachte met betrekking tot de aanwezigheid van die voorwerpen, een en ander mede gelet op de plaats waar en de omstandigheden waaronder deze zijn aangetroffen.
Immers, achter de bank in de woonkamer, direct zichtbaar, zijn twee plastic tassen met wapens aangetroffen (deel 21, paragraaf 33, foto 10). In de Actie Sport tas zat een pistool (Heckler &Koch 9mm) met een gevulde patroonhouder en in de Vodafone tas zat een machinepistool (Skorpion, kaliber 7,65 mm Browning) met gevulde bijpassende houder. Zoals hiervoor is overwogen had de verdachte beschikkingsmacht over de woning en hetgeen zich daarin bevond. Gelet op plek waar die tassen zijn aangetroffen en het feit dat de verdachte heeft verklaard dat zij tot aan haar aanhouding in die woning heeft verbleven, kan het niet anders dan dat de verdachte zich van de aanwezigheid van deze wapens, die - zoals blijkt uit genoemde foto - direct in het zicht stonden, bewust is geweest.
Het hof betrekt bij zijn oordeel nog dat in een van die tassen ook de afstandsbediening voor de box zat, ter zake waarvan is gebleken dat de verdachte daarvan gebruik heeft gemaakt.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in de zaak met parketnummer 15-669736-07 onder 4, 5 en 7 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
het in de zaak met parketnummer 15-669736-07 onder 4 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, voorhanden hebben, terwijl zij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst.
het in de zaak met parketnummer 15-669736-07 onder 5 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
het in de zaak met parketnummer 15-669736-07 onder 7 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.
Oplegging van straf en maatregel
De rechtbank Haarlem heeft de verdachte vrijgesproken voor het in zaak A primair en subsidiair en zaak B onder 3 ten laste gelegde en veroordeeld voor het in zaak B onder 1, 2, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van zesendertig maanden, waarvan twintig maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar met aftrek van de tijd die zij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de rechtbank beslissingen genomen ten aanzien van het beslag.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte en het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het zaak A onder 1 primair en in zaak B onder 1, 2, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen jaar met aftrek van de tijd die zij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast heeft hij gevorderd dat het hof ten aanzien van het beslag zal beslissen overeenkomstig zijn schriftelijk requisitoir.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf en maatregel bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vervalst rijbewijs. Daardoor heeft de verdachte het vertrouwen dat burgers in het maatschappelijk verkeer in de juistheid van bepaalde geschriften moeten kunnen stellen ernstig geschaad. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het in haar woning voorhanden hebben van een volautomatisch wapen en een semi-automatisch wapen met bijbehorende patroonhouders. Het voorhanden hebben van dergelijke wapens vormt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen. Het ongecontroleerde bezit ervan creëert daarnaast het risico van gebruik van die wapens en brengt gevoelens van onveiligheid met zich.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 19 oktober 2012 is de verdachte - behoudens voor een verkeersdelict waarbij aan haar een ontzegging van de rijbevoegdheid is opgelegd - niet eerder strafrechtelijk veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. Deze straf is aanzienlijk lager dan door de advocaat-generaal gevorderd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt.
Beslissingen ten aan zien van het beslag
Onttrekking aan het verkeer
Het hof is van oordeel dat de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen - kort gezegd - de wapens, munitie, magazijnen, dempers, springstof, slagpijpjes en het (vervalste) rijbewijs, te weten de nummers 4, 8, 12, 13, 17, 18, 22, 23, 24, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 39, 40, 63, 74, 75, 76, 77, 78, 82, 83, 105, 106 en 107 dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Het in zaak B onder 1, 2, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde en bewezen verklaarde is met betrekking tot die voorwerpen begaan. Het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen is in strijd met het algemeen belang en/of de wet.
Gelast de teruggave aan [S.]
Uit de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting stelt het hof vast dat de witte bestelbus, Mercedes Sprinter, is gebruikt bij het plegen van een strafbaar feit, namelijk de moord op [slachtoffer] op 13 februari 2007 en dat deze, hoewel hij op naam van de verdachte stond en (derhalve) onder haar in beslag is genomen, in werkelijkheid toebehoorde aan [S.], die bekend was met het gebruik van die bus voor de moord. [S.] heeft derhalve te gelden als rechthebbende op die bestelbus.
Het hof dient echter, gelet op artikel 353 juncto artikel 415 van het Wetboek van Strafvordering in de onderhavige zaak te beslissen dat de bestelbus hetzij wordt teruggegeven aan de verdachte, hetzij wordt teruggegeven aan de rechthebbende, te weten [S.], hetzij, indien geen rechthebbende kan worden aangewezen, de bus te bewaren ten behoeve van de nog te vinden rechthebbende. Het hof zal daarom de teruggave van de bestelbus aan [S.] bevelen, in wiens zaak bij beslissing van heden de bus verbeurd wordt verklaard.
Het hof gelast voorts de teruggave aan [S.] van de in de woning [adres] te [woonplaats] aangetroffen insuline (nummer 20).
Gelast de teruggave aan [naam]
Het hof gelast de teruggave aan [naam] van de in [de opslagbox] in beslag genomen afstandsbediening (nummer 50).
Bewaring ten behoeve van de rechthebbende
Het onderzoek TGO Valk heeft geleid tot de inbeslagneming van vele voorwerpen in [de opslagbox] en in de bestelauto Mercedes Sprinter. Niet is kunnen worden vastgesteld aan wie deze voorwerpen toebehoorden. De verdachte noch iemand anders heeft zich als eigenaar van die voorwerpen gemeld. Het hof zal voor die voorwerpen de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten. Het betreft de volgende nummers:
uit Boxx 20: 46, 47, 48, 49, 57, 59, 60, 61, 62, 64, 65, 67, 66, 68, 69, 70, 71, 72, 79, 80, 81, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 108, 109, 110, 112, 113, 114, 115, 116, 117, 118, 119, 120, 121, 122, 123, 124, 125 en 126.
uit de bestelbus: 128, 129, 130, 131, 132, 133, 134, 135, 136, 137, 138, 139, 140, 141, 142, 143, 144, 145, 146, 147, 148, 149, 150, 151, 152, 153, 154, 155, 156, 157, 158, 159 en 160.
Er zijn voorwerpen in beslag genomen uit een Volkswagen Golf met het [kenteken]. Ook ten aanzien van die voorwerpen is niet kunnen worden vastgesteld aan wie zij toebehoren. De verdachte noch iemand anders heeft zich als eigenaar van die voorwerpen gemeld. Het hof zal ook voor die voorwerpen de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten. Het betreft de nummers 44 en 45.
Gelast de teruggave aan de verdachte
Het hof gelast de teruggave van de overige voorwerpen die onder de verdachte (tijdens de fouillering en in de woning op het adres [adres] te [woonplaats] in beslag zijn genomen, te weten nummers: 1, 2, 3, 5, 7, 9, 10, 11, 14, 15, 16, 19, 21, 25, 26, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 41, 42, 43, 51 en 58.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 8.320,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het in de zaak A primair en subsidiair ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36d, 47, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaak A (met parketnummer 15-740424-07) primair en subsidiair en zaak B (met parketnummer 15-669736-07) onder 3 ten laste gelegde.
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in zaak B (met parketnummer 15-669736-07) onder 3 ten laste gelegde.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak A (met parketnummer 15-740424-07) primair en subsidiair en in de zaak B (met parketnummer 15-669736-07) onder 1, 2 en 6 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak B (met parketnummer 15-669736-07) onder 4, 5 en 7 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak B (met parketnummer 15-669736-07) onder 4, 5 en 7 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- -
een patroon Luger 9mm, kleur goud (4) - een luchtbuks, luchtdrukpistool (8) - een pistool (12) - een patroonhouder, magazijn (13) - een pistool, Heckler & Koch (17) - een patroonhouder, magazijn (18) - een pistool, Walther (22) - een patroonhouder, magazijn (23) - een demper (24) - een pistool, kleur zwart, Pietro Baretta 7.65 (27) - een demper, kleur zwart (28) - een patroonhouder (29) - een patroonhouder, kleur zwart (30) - een patroon, Luger 9mm MMY (31) - een doos, Luger 9mm S&B (32) - een pistool (39) - een patroonhouder (40) - een rijbewijs, kleur roze (63) - een slagpijpje (74) - een slagpijpje (75) - een slagpijpje (76) - een slagpijpje (77) - een slagpijpje (78) - TNT (82) - een monster TNT (83) - een patroon (105) - een patroon (106) - een patroon (107).
Gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- -
een handtas, merk Esprit, kleur bruin (1) - zes sleutels (2) - 2 handschoenen, kleur zwart (3) - een e-mail, kleur wit, (5) - een geldkist, kleur groen (7) - een spijkerjas, kleur blauw (9) - een pet, kleur grijs, Nike (10) - een tas, kleur rood, vodafone (11) - een pot (14) - een pot (15) - een tas, actie sport (16) - een petje, Nike, kleur blauw (19) - een tas, G&W gezondheidswinkel (21) - een zakdoek (25) - een tas, Gall & Gall, kleur rood (26) - een tas, Super de Boer (33) - een poncho, kleur zwart (34) - handboeien (35) - handboeien (36) - voetboeien (37) - een tas, kleur rood, Bas (38) - een doos (41) - vijf papieren, facturen [naam] (42) - een overschrijvingsbewijs, kleur groen (43) - zes rekeningen, kleur wit, [naam] (51) - een huurovereenkomst met [naam] (58).
Gelast de teruggave aan [S.] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: - insuline, meerkleurig, insuline Mixtard 30 penfill (20) - een witte bestelbus, Mercedus Sprinter (127).
Gelast de teruggave aan [naam] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een afstandsbediening, kleur zwart, Crawford garagedeur, 433910040000 (50).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- -
een damestas, kleur zwart (44) - zes sleutels (45) - twee handboeien, kleur zilver (46) - een handboei, kleur zilver (47) - een zwaailamp, kleur blauw (48) - een bon van de D.U.M.P., kleur wit (49) - zes facturen, kleur wit (57) - een brief, kleur wit (59) - Nederlands geld, kleur paars, serienummer x00229201088 (60) - Nederlands geld, kleur paars, serienummer x00229201898 (61) - Nederlands geld, kleur paars, serienummer x00229220390 (62) - een tas, kleur wit, H&M (64) - een tas, kleur wit (65) - een bivakmuts, kleur zwart (66) - een haar (67) - een handschoen, kleur blauw, Thinsulate (68) - een handschoen, transparant (69) - een handschoen, transparant (70) - stoffen doeken (71) - een Q&A blik, kleur oranje (72) - verpakkingsmateriaal, kleur wit (79) - een gaasverband (80) - een blik pasta, kleur zilver (81) - een bruin elastiek (84) - huishoudfolie, transparant (85) - een haar (86) - een vuilniszak, kleur grijs (87) - een vuilniszak, kleur grijs (88) - een tas, kleur wit, C1000 (89) - een handschoen, kleur geel, Marigold (92) - een handschoen, kleur geel, Marigold (93) - een handschoen, kleur geel, Marigold (94) - een handschoen, kleur geel, Marigold (95) - een doos (96) - een glasplaat (97) - peuken (98) - speeksel (99) - een muts, kleur blauw (100) - een tas, kleur rood, Bas (101) - een brief, kleur wit (102) - een doos, kleur bruin (103) - een tas, kleur wit, PLUS (104) - een pruik en sokjes (108) - handschoenen, transparant (109) - een sigaret (110) - speeksel (112) - een zaklamp, kleur zwart (113) - een handschoen, transparant (114) - een handschoen, transparant (115) - een beker, kleur rood, milkshake (116) - een doos (117) - 52 vaten, 60L (118) - 7 jerrycans, 25 liter, (119) - twee handpompen (120) - een wijddekselvat 210L, kleur blauw (121) - een wijddekselvat 50L, kleur blauw (122) - een jerrycan, kleur blauw, 60L (123) - een wijddekselvat 60L (124) - een jerrycan, kleur groen, 5L (125) - een jerrycan, kleur blauw, 25L (126) - een prijskaartje, kleur zwart (128) - een bon HUGO BOSS (129) - een pasfoto (130) - afval (131) - twee sleutels (132) - een factuur irado (133) - een papiertje, kleur wit (134) - een tie-wrap, kleur zwart (135) - een beschermkap, kleur grijs (136) - een beschermkap, kleur blauw/grijs (137) - een plastic tas (138) - een startkabel (139) - een sigaret (140) - een drinkfles (141) - een fles butterfly (142) - een fles Coca cola (143) - een fles Maaze (144) - een fles Hero (145) - een spuitbus Anti Fog (146) - een sok, kleur wit (147) - een ruitenwisser (148) - een zonnewering, kleur grijs (149) - een kapje, kleur zwart (150) - een keukenrol (151) - een acculader, kleur zwart (152) - een pen (153) - een sigaret (154) - een tas HUGO BOSS, karton, kleur zwart (155) - een pet, kleur groen(156) - een pet, kleur bruin (157) - een sjaal, kleur zwart (158) - een fles Coca Cola (159) - een tie-wrap (160).
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Wijst af de vordering tot gevangenneming.
Dit arrest is gewezen door de achtste meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.E.M. Röttgering, mr. L.A.J. Dun en mr. M.E.A. Wildenburg, in tegenwoordigheid van mr. J. Mulder, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 7 november 2012.
Mr. Wildenburg is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.