NJ 2011/315
Ontvankelijkheid cassatieberoep ontnemingszaak bij partiële vernietiging hoofdzaak.
HR 08-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BM8030, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 februari 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/05111 E
- Conclusie
A-G Vellinga
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
BM8030
- JCDI
JCDI:ADS96493:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BM8030, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑02‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BM8030, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑02‑2009
- Wetingang
Sv art. 437 lid 2, 557lid 4, 511i
Essentie
Profijtontneming. Het middel is gericht op vernietiging van de bestreden uitspraak ingeval de cassatiemiddelen in de hoofdzaak gegrond zouden worden bevonden en ziet daarmee voorbij aan de omstandigheid dat de veroordeling slechts kan worden tenuitvoergelegd nadat en voor zover de uitspraak in de hoofdzaak in kracht van gewijsde is gegaan. Middel voldoet daardoor niet aan de wettelijke eisen, zodat het beroep niet-ontvankelijk is.
Samenvatting
Voor onderzoek door de cassatierechter komen alleen in aanmerking middelen van cassatie als in de wet bedoeld. Als een zodanig middel kan slechts gelden een stellige en duidelijke klacht over de schending van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.