RvdW 2015/273
Beslissing tot buitenvervolgingstelling onbegrijpelijk; summier karakter bezwaarschriftprocedure tegen de dagvaarding.
HR 03-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:212
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 februari 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
13/03630
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:212, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2534, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑10‑2013
- Wetingang
Essentie
Wanneer in een bezwaarschriftprocedure tegen de dagvaarding een op art. 262 Sv gegrond juridisch verweer wordt gevoerd, moet de rechter zich uitlaten over de al dan niet doeltreffendheid daarvan, met inachtneming van het summier karakter van het onderzoek. Het oordeel van het hof dat het hoogst onaannemelijk is dat de strafrechter, later oordelend, tot een bewezenverklaring zal komen ter zake het bezit van kinderporno, omdat de verdachte onrechtmatig is aangehouden en het kinderpornografisch materiaal is verkregen als rechtstreeks gevolg van die onrechtmatige aanhouding, is zonder nader motivering niet begrijpelijk, nu het hof niet duidelijk heeft gemaakt waarom ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.