NJB 2020/771:Erfgrens. Een perceelseigenaar heeft een muur laten bouwen aan de achterzijde van zijn perceel. Later heeft hij de muur laten vervangen door een schutting. Zijn achterbuur meent dat de schutting niet op de erfgrens staat en dat hij door verjaring eigenaar is geworden van de grond waarop de muur stond. Hoge Raad: 1. Erfafscheiding. Wettelijk vermoeden. Het wettelijk vermoeden dat het midden van de afscheiding de erfgrens is, kan worden weerlegd door aan te tonen dat de erfgrens elders onder de afscheiding of aan de buitenzijde daarvan loopt. De door het hof genoemde omstandigheden zijn onvoldoende voor de conclusie dat dit tegenbewijs is geleverd. 2. Inbezitneming. Dat de perceelseigenaar de muur heeft laten bouwen, is onvoldoende voor de conclusie dat hij de grond onder de muur volledig in bezit heeft genomen

NJB 2020/771

Erfgrens. Een perceelseigenaar heeft een muur laten bouwen aan de achterzijde van zijn perceel. Later heeft hij de muur laten vervangen door een schutting. Zijn achterbuur meent dat de schutting niet op de erfgrens staat en dat hij door verjaring eigenaar is geworden van de grond waarop de muur stond. Hoge Raad: 1. Erfafscheiding. Wettelijk vermoeden. Het wettelijk vermoeden dat het midden van de afscheiding de erfgrens is, kan worden weerlegd door aan te tonen dat de erfgrens elders onder de afscheiding of aan de buitenzijde daarvan loopt. De door het hof genoemde omstandigheden zijn onvoldoende voor de conclusie dat dit tegenbewijs is geleverd. 2. Inbezitneming. Dat de perceelseigenaar de muur heeft laten bouwen, is onvoldoende voor de conclusie dat hij de grond onder de muur volledig in bezit heeft genomen

Documentgegevens:

HR 13-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:430

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 13 maart 2020
Magistraten: Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
Zaaknummer: 18/05115
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2020:430, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1151, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑03‑2017
Wetingang: (art. 5:36, 3:105 lid 1 BW)

Essentie

Erfgrens. Een perceelseigenaar heeft een muur laten bouwen aan de achterzijde van zijn perceel. Later heeft hij de muur laten vervangen door een schutting. Zijn achterbuur meent dat de schutting niet op de erfgrens staat en dat hij door verjaring eigenaar is geworden van de grond waarop de muur stond. Hoge Raad: 1. Erfafscheiding. Wettelijk vermoeden. Het wettelijk vermoeden dat het midden van de afscheiding de erfgrens is, kan worden weerlegd door aan te tonen dat de erfgrens elders onder de afscheiding of aan de buitenzijde daarvan loopt. De door het hof genoemde omstandigheden zijn onvoldoende voor de conclusie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.