NJ 2019/77
Schuld in de zin van art. 6 WVW 1994; amfetaminegebruik disculpeert niet.
HR 29-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:110
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 januari 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/05198
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS13659:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:110, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1359, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑06‑2018
- Wetingang
Art. 6 WVW 1994
Essentie
Rijgedrag verdachte levert schuld op in de zin van art. 6 WVW 1994. Dat hij in een psychose verkeerde door amfetaminegebruik disculpeert niet nu hij vrijwillig die keuze heeft gemaakt.
Samenvatting
Verdachte reed met een gemiddelde snelheid van 217 km/u per uur, en kort voor de plek van de aanrijding met een snelheid van 237 km/u over de A2, afwisselend over de meest linker rijstrook en over de vluchtstrook. Waar die vluchtstrook eindigde voegde hij in op de rijbaan waar een auto reed en kwam hij met deze auto in botsing. Zodanig verkeersgedrag kan in beginsel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.