Einde inhoudsopgave
Regeling langdurige zorg
Artikel 5.23a [Verantwoordingsvrij bedrag en vervoerskosten]
Geldend
Geldend vanaf 14-11-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
05-11-2018, Stcrt. 2018, 63451 (uitgifte: 13-11-2018, regelingnummer: 1423224-181175-WJZ)
- Inwerkingtreding
14-11-2018, terugwerkend tot: 01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-11-2018, Stcrt. 2018, 63451 (uitgifte: 13-11-2018, regelingnummer: 1423224-181175-WJZ)
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
1.
In afwijking van artikel 5.23, vierde lid, onderdeel c, kan de Sociale verzekeringsbank beslissen tot beëindiging of opschorting van de betalingen of een gehele of gedeeltelijke weigering of opschorting van een betaling uit het persoonsgebonden budget indien de Sociale verzekeringsbank een declaratie ter betaling van de vervoerskosten, bedoeld in artikel 3.6.4, vijfde lid, van het Besluit, niet uiterlijk binnen tien weken, na de maand waarin de prestatie is verleend, ontvangt van de verzekerde.
2.
In afwijking van artikel 5.23, derde en vierde lid, onderdelen d en e, ontvangt de Sociale verzekeringsbank een verzoek om het verantwoordingsvrij bedrag, bedoeld in artikel 3.6.6, eerste lid, onderdeel d, van het besluit, voor het eindigen van de beschikking tot verlening van het persoonsgebonden budget.
3.
De Sociale verzekeringsbank verricht betalingen, indien de declaratie, bedoeld in het eerste lid, of het verzoek, bedoeld in het tweede lid, is opgesteld met gebruikmaking van de modellen die door de Sociale verzekeringsbank daartoe beschikbaar zijn gesteld.