RvdW 2012/1412
Ontvankelijkheid OM in de vervolging van bezit vals paspoort bij beroep op vluchtelingenstatus.
HR 06-11-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9266
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 november 2012
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.F. Groos, Y. Buruma, J. Wortel
- Zaaknummer
10/04365
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- LJN
BW9266
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW9266, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW9266, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑11‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑08‑2011
- Wetingang
Essentie
1. Een vreemdeling is vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag indien hij voldoet aan de criteria van art. 1 van dat verdrag, zonder dat daartoe een erkenning van overheidswege vereist is.
2. Een vreemdeling die een beroep doet op bescherming van het Vluchtelingenverdrag moet feiten en omstandigheden aanvoeren en zo nodig aannemelijk maken dat zijn beroep op de vluchtelingenstatus gegrond wordt geoordeeld.
3. Indien een vreemdeling een aanvraag tot verblijf in Nederland heeft ingediend dient de strafrechter in beginsel uit te gaan van het oordeel van de bestuursrechter (en als geen beroep is ingesteld: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.