NJF 2010/265
Bevoegdheid. Advocatendeclaratie. Doorbreking appelverbod? Wettelijk appelverbod.
Hof 's-Gravenhage 27-04-2010, ECLI:NL:GHSGR:2010:BM6014
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
27 april 2010
- Magistraten
Mrs. A.D. Kiers-Becking, T.H. Tanja-van den Broek, M.Y Bonneur
- Zaaknummer
200.053.890/01
- LJN
BM6014
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:2010:BM6014, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 27‑04‑2010
- Wetingang
Rv art. 332
Essentie
Bevoegdheid. Advocatendeclaratie. Doorbreking appelverbod? Wettelijk appelverbod.
Samenvatting
Een klassieke zaak: advocaat, appellant, vordert betaling van zijn voormalige cliënt, geïntimeerde. De vraag die meestal rijst is of de civiele rechter bevoegd is, gelet op het bepaalde in art. 32 en 35 Wet tarieven in burgerlijk zaken. De kantonrechter had zich onbevoegd verklaard; hiertegen komt appellant in hoger beroep. Omdat de vordering van appellant niet meer dan € 1.750 bedroeg, geldt de ‘gewone’ appelgrens en appelverbod van art. 332 Rv. Een beroep op de doorbrekingsjurisprudentie gaat daarom niet op; appellant is derhalve niet ontvankelijk.