RFR 2019/94
Bopz. Dient de geneeskundige verklaring, opgesteld in het kader van een aanvraag voor een machtiging tot voortgezet verblijf, ook te worden ondertekend door een onafhankelijk psychiater?
HR 19-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:635
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 april 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/05554
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS69492:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:635, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:193, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑12‑2018
- Wetingang
Art. 16 lid 1 Wet Bopz
Essentie
Bopz. Machtiging voortgezet verblijf.
Dient de geneeskundige verklaring, opgesteld in het kader van een aanvraag voor een machtiging tot voortgezet verblijf, alleen door de geneesheer-directeur te worden ondertekend, of ook door de onafhankelijke psychiater, die het onderzoek heeft verricht?
Samenvatting
Bij het verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortgezet verblijf is een geneeskundige verklaring overgelegd, opgesteld door een niet bij de behandeling betrokken psychiater. De psychiater heeft deze verklaring niet ondertekend, de geneesheer-directeur wél. De advocaat van betrokkene is van mening dat ook de onderzoekende psychiater de verklaring had moeten ondertekenen. De rechtbank heeft vervolgens de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.