Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/1330
Waterleidingwet. Procedure als bedoeld in art. 26-40; staat cassatieberoep tegen tussenvonnis open?
HR 05-11-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN7950 (Brabant Water/Tilburgse Waterleidingsmaatschappij)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 november 2010
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/01208
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BN7950
- Roepnaam
Brabant Water/Tilburgse Waterleidingsmaatschappij
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN7950, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑11‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN7950, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑09‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑03‑2009
- Wetingang
Rvart. 399, 401a; Waterleidingwetart. 28-41
Essentie
Waterleidingwet. Procedure als bedoeld in art. 26-40; staat cassatieberoep tegen tussenvonnis open?
Uit het stelsel van de procedure als bedoeld in art. 26-40 Waterleidingwet valt af te leiden dat niet alleen tegen de in art. 31 en art. 34 genoemde tussenvonnissen, maar ook tegen andere tussenvonnissen die in deze procedure worden gewezen, cassatieberoep niet openstaat, met dien verstande dat een oordeel in een tussenvonnis waarop in een eindvonnis wordt voortgebouwd, kan worden bestreden in het tegen dit eindvonnis ingestelde cassatieberoep.
Samenvatting
De Provinciale Staten van Noord-Brabant hebben een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.