Einde inhoudsopgave
Beschikking 2000/520/EG overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, betreffende de gepastheid van de bescherming geboden door de Veiligehavenbeginselen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de daarmee verband houdende Vaak gestelde vragen, die door het ministerie van Handel van de Verenigde Staten zijn gepubliceerd
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 25-08-2000
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad. Overweging 12 is ingevoegd via een rectificatie (PbEG 2001, L 115).
- Bronpublicatie:
26-07-2000, PbEG 2000, L 215 (uitgifte: 25-08-2000, regelingnummer: 200/520/EG)
- Inwerkingtreding
25-08-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-07-2000, PbEG 2000, L 215 (uitgifte: 25-08-2000, regelingnummer: 200/520/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
(Voor de EER relevante tekst)
Beschikking van de Commissie van 26 juli 2000 overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, betreffende de gepastheid van de bescherming geboden door de Veiligehavenbeginselen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de daarmee verband houdende Vaak gestelde vragen, die door het ministerie van Handel van de Verenigde Staten zijn gepubliceerd
De Commissie van de Europese Gemeenschappen,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (1), inzonderheid op artikel 25, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG moeten de lidstaten bepalen dat persoonsgegevens slechts naar een derde land mogen worden doorgegeven indien dat land een passend beschermingsniveau waarborgt en de wetgeving van de lidstaat die is vastgesteld ter uitvoering van de andere bepalingen van deze richtlijn al vóór de doorgifte wordt nageleefd.
- (2)
De Commissie kan vaststellen dat een derde land waarborgen voor een passend beschermingsniveau biedt. In dat geval kunnen persoonsgegevens zonder aanvullende garanties door de lidstaten worden doorgegeven.
- (3)
Overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG dient het gegevensbeschermingsniveau te worden beoordeeld met inachtneming van alle omstandigheden waarin een gegevensdoorgifte of een categorie gegevensdoorgiften plaatsvindt en wordt in het bijzonder rekening gehouden met een aantal voorwaarden. De bij de richtlijn ingestelde Groep betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens (2) heeft richtsnoeren voor een dergelijke beoordeling vastgesteld (3).
- (4)
Gezien de verschillende benaderingen van gegevensbescherming in derde landen moeten de beoordeling van de gepastheid en besluiten op grond van artikel 25, lid 6, van Richtlijn 95/46/EG worden uitgevoerd op een wijze die geen willekeurige of onverantwoorde discriminatie tegen of tussen derde landen waar gelijksoortige voorwaarden gelden, noch een verkapte handelsbelemmering vormt, rekening houdend met de huidige internationale verbintenissen van de Gemeenschap.
- (5)
Het bij deze beschikking erkende passende beschermingsniveau voor de doorgifte van persoonsgegevens van de Gemeenschap naar de Verenigde Staten zou moeten worden bereikt indien organisaties voldoen aan de Veiligehavenbeginselen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (Safe Harbor Privacy Principles), hierna ‘de beginselen’ genoemd, en de richtsnoeren van de tenuitvoerlegging van de beginselen, de Vaak gestelde vragen (Frequently Asked Questions), hierna ‘FAQ's’ genoemd, die op 21 juli 2000 door het ministerie van Handel van de Verenigde Staten zijn gepubliceerd. Voorts zouden de organisaties hun beleid inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer openbaar moeten maken en zich aan de rechtsbevoegdheid van de Federal Trade Commission (FTC) onderwerpen, overeenkomstig sectie 5 van de Federal Trade Commission Act waarin oneerlijke of misleidende handelingen of praktijken in of in verband met de handel worden verboden, dan wel aan die van een andere officiële instantie die de naleving van de overeenkomstig de FAQ's ten uitvoer gelegde beginselen daadwerkelijk garandeert.
- (6)
Sectoren en/of gegevensverwerking waarvoor niet een in bijlage VII van deze beschikking genoemde overheidsinstanties in de Verenigde Staten bevoegd is, dienen buiten het toepassingsgebied van deze beschikking te vallen.
- (7)
Voor een juiste toepassing van deze beschikking is het noodzakelijk dat de organisaties die de beginselen en de FAQ's onderschrijven, herkenbaar zijn voor de belanghebbende partijen, zoals de betrokkenen, degenen die gegevens naar het buitenland doorgeven en de gegevensbeschermingsautoriteiten. Hiertoe moet het ministerie van Handel van de Verenigde Staten of een door dit ministerie aangewezen instantie toezeggen een lijst bij te houden en ter beschikking te stellen van organisaties die door zelfcertificering de overeenkomstig de FAQ's ten uitvoer gelegde beginselen onderschrijven en die onder de rechtsbevoegdheid vallen van ten minste een van de in bijlage VII van deze beschikking genoemde overheidsinstanties.
- (8)
Ter wille van de doorzichtigheid en teneinde te garanderen dat de bevoegde autoriteiten in de lidstaten de personen wier persoonsgegevens worden verwerkt, kunnen beschermen, moet in deze beschikking worden aangegeven in welke buitengewone omstandigheden het gerechtvaardigd is specifieke gegevensstromen op te schorten, ook al is een passend beschermingsniveau vastgesteld.
- (9)
De door de beginselen en de FAQ's in het leven geroepen en door gevestigde mechanismen uit de overheids- en particuliere sector ondersteunde veilige haven vormt een innovatieve benadering, die eventueel moet worden herzien in het licht van de ervaring, de ontwikkelingen betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in een situatie waarin de technologie de doorgifte en verwerking van persoonsgegevens steeds gemakkelijker maakt, en in het licht van rapporten van de betrokken met de rechtshandhaving belaste instanties over de uitvoering.
- (10)
De bij artikel 29 van de richtlijn opgerichte Groep betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens heeft over het beschermingsniveau dat door de Veiligehavenbeginselen in de Verenigde Staten wordt geboden, adviezen uitgebracht waarmee bij de voorbereiding van deze beschikking rekening is gehouden (4).
- (11)
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 31 van Richtlijn 95/46/EG ingestelde comité,
- (12)
Ingevolge Besluit 1999/468/EG van de Raad, en met name artikel 8 van dat besluit, heeft het Europees Parlement op 5 juli 2000 Resolutie A5-0177/2000 over de ontwerp-beschikking van de Commissie betreffende de gepastheid van de bescherming geboden door de Veiligehavenbeginselen voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de daarmee verband houdende Vaak gestelde vragen, die door het ministerie van Handel van de Verenigde Staten zijn gepubliceerd, goedgekeurd (5). De Commissie heeft de ontwerp-beschikking in het licht van die resolutie opnieuw bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat het Europees Parlement weliswaar het standpunt innam dat er bepaalde verbeteringen in de Veiligehavenbeginselen en de daarmee verband houdende FAQ's zouden moeten worden aangebracht voordat er sprake kan zijn van een ‘passende bescherming’, maar niet heeft vastgesteld dat de Commissie door de beschikking goed te keuren, haar bevoegdheden heeft overschreden,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING AFGEGEVEN:
Voetnoten
PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
Het internetadres van de groep is:http://europa.eu.int/comm/internal_market/en/media/dataprot/ wpdocs/index.htm.
WP 12: Doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen: toepassing van de artikelen 25 en 26 van de EU-richtlijn betreffende gegevensbescherming, goedgekeurd door de Groep op 24 juli 1998.
WP 15: Advies 1/99 over het niveau van gegevensbescherming in de Verenigde Staten en het lopend overleg tussen de Europese Commissie en de regering van de Verenigde Staten.WP 19: Advies 2/99 over het passend karakter van de ‘International Safe Harbor Principles’ die op 19 april 1999 door het ministerie van Handel van de Verenigde Staten zijn gepubliceerd.WP 21: Advies 4/99 over de door het ministerie van Handel van de Verenigde Staten te publiceren Vaak gestelde vragen (FAQ's) met betrekking tot de voorgestelde Veiligehavenbeginselen.WP 23: Werkdocument over de huidige stand van de lopende beraadslagingen tussen de Europese Commissie en de regering van de Verenigde Staten betreffende de ‘Internationale Veiligehavenbeginselen’.WP 27: Advies 7/99 over het niveau van gegevensbescherming dat door de Veiligehavenbeginselen wordt geboden, die samen met de Vaak gestelde vragen (FAQ's) en andere documenten op 15 en 16 november 1999 door het ministerie van Handel van de Verenigde Staten zijn gepubliceerd.WP 31: Advies 3/2000 over de dialoog tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten over de veiligehavenregeling.WP 32: Advies 4/2000 over het beschermingsniveau van de Veiligehavenbeginselen.
Resolutie nog niet in het Publicatieblad gepubliceerd.