NJ 2022/307
Wvggz. Kon rechtbank zorgmachtiging verlenen zonder te onderzoeken of betrokkene toevoeging van andere advocaat wenste?
HR 16-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1214
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 september 2022
- Magistraten
Mrs. H.M. Wattendorff, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
22/01451
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS672330:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1214, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:572, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑04‑2022
- Wetingang
Art. 1:7 lid 1 Wvggz
Essentie
Wvggz. Kon rechtbank zorgmachtiging verlenen zonder te onderzoeken of betrokkene toevoeging van andere advocaat wenste?
Samenvatting
Ingevolge art. 1:7 lid 1, aanhef en onder a, Wvggz geeft de rechter, indien een verzoekschrift voor een zorgmachtiging wordt voorbereid, onverwijld aan het bestuur van de raad voor de rechtsbijstand een last tot toevoeging van een advocaat aan de betrokkene, indien niet blijkt dat de betrokkene reeds een advocaat heeft. Een met de kwetsbare positie van de betrokkene strokende uitleg van deze bepaling, in verbinding met art. 1:7 lid 3 Wvggz en art. 44 lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.