Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 432 Niet-wezenlijke informatie, zakengeheim of vertrouwelijke informatie
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2019
- Redactionele toelichting
Lid 1 en 2 wordt toegepast vanaf 27-06-2019 en lid 3 wordt toegepast vanaf 28-06-2021.
- Bronpublicatie:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/876)
- Inwerkingtreding
27-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/876)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Met uitzondering van de in artikel 435, lid 2, punt c), en de artikelen 437 en 450 neergelegde openbaarmakingen mogen instellingen de in de titels II en III vermelde openbaarmakingen achterwege laten indien de via deze openbaarmakingen verstrekte informatie niet wezenlijk wordt geacht.
Informatie wordt voor openbaarmakingsdoeleinden wezenlijk geacht indien de weglating of onjuiste vermelding ervan zou kunnen leiden tot wijziging of beïnvloeding van het oordeel of de beslissing van een gebruiker die zich voor het nemen van economische beslissingen op die informatie baseert.
De EBA vaardigt overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren uit over de wijze waarop instellingen het wezenlijkheidscriterium moeten toepassen in verband met de openbaarmakingsvereisten van de titels II en III.
2.
Instellingen mogen ook de openbaarmaking van informatie over een of meer van de in de titels II en III vermelde posten achterwege laten als deze informatie overeenkomstig dit lid als een zakengeheim of vertrouwelijke informatie wordt beschouwd, met uitzondering van de overeenkomstig de artikelen 437 en 450 openbaar te maken informatie.
Informatie wordt als een zakengeheim van een instelling beschouwd indien het openbaar maken ervan haar concurrentiepositie zou ondermijnen. Onder het zakengeheim valt onder meer informatie betreffende producten of systemen die de waarde van de investeringen van de instelling in die producten of systemen zou verminderen, indien zij met concurrenten zou worden gedeeld.
Informatie wordt als vertrouwelijk beschouwd indien instellingen door cliënten of andere relaties met tegenpartijen verplicht worden om die informatie vertrouwelijk te houden.
De EBA vaardigt overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren uit over de wijze waarop instellingen de criteria van een zakengeheim en vertrouwelijkheid moeten toepassen in verband met de openbaarmakingsvereisten van de titels II en III.
3.
In de in lid 2 bedoelde uitzonderlijke gevallen vermeldt de betrokken instelling in haar openbaarmakingen dat, en om welke reden, specifieke informatiebestanddelen niet openbaar worden gemaakt, en publiceert zij meer algemene informatie over het onderwerp van het openbaarmakingsvereiste, tenzij dat onderwerp zelf een zakengeheim of vertrouwelijk is.