NJ 2011/293
MMA-melding onvoldoende voor verdenking. Onrechtmatig binnentreden.
HR 13-07-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM2492, m.nt. Y. Buruma
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juli 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, C.H.W.M. Sterk, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/03674
- Conclusie
A-G Knigge
- Noot
Y. Buruma
- LJN
BM2492
- JCDI
JCDI:ADS161303:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM2492, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑07‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM2492, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑04‑2010
- Wetingang
Opiumwet art. 9
Essentie
1. Voor het aannemen van voldoende verdenking is niet in alle gevallen van een MMA-melding nader onderzoek vereist.
2. Indien een bepaalde anonieme melding zonder nadere verificatie onvoldoende is voor een verdenking van overtreding van de Opiumwet, wordt de onrechtmatigheid van het op basis van die melding binnentreden van een woning niet weggenomen doordat spoed geboden was.
Samenvatting
Het Hof heeft geoordeeld dat in het onderhavige geval op basis van de MMA-melding ‘de betrokken politiemensen zeer wel het vermoeden konden hebben dat in de bedoelde woning een overtreding van de Opiumwet werd gepleegd’. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.