V-N 2014/26.13
Ondanks duidelijke tekst art. 15e (oud) Wet VPB valt HIR toch vrij in winst
HR 23-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1181, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 2014
- Magistraten
Overgaauw, Lourens, Bavinck, Koopman, Van Kalmthout
- Zaaknummer
12/04575
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS24061:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Fraus legis en richtige heffing
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1181, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2014
- Wetingang
art. 3.25 en 3.54 Wet IB 2001; art. 8 lid 1, art. 12a en 15e (oud) Wet VPB 1969
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat er sprake is van fraus legis bij een HIR-constructie. Ondanks de duidelijke tekst van art. 15e Wet VPB valt de HIR toch vrij in de winst
Samenvatting
In september 2006 vinden op dezelfde dag de volgende transacties plaats. Belanghebbende, X bv, levert haar onroerende zaken aan haar aandeelhouders. Belanghebbende koopt een kantoorpand van H nv. De aandelen in belanghebbende worden verkocht en geleverd aan P bv, een dochtermaatschappij van H nv. Belanghebbende X bv wordt vervolgens opgenomen in een fiscale eenheid met H nv en P bv. In geschil is of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.