NJ 2006, 501
Dwangsom; ‘veroordeling tot betaling van een geldsom’ in de zin van art. 1 lid 1 Eenvormige Wet betreffende de dwangsom (art. 611a lid 1 Rv)
BenGH 24-10-2005, ECLI:NL:XX:2005:AY9300
- Instantie
Benelux-Gerechtshof
- Datum
24 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. I. Verougstraete, W.J.M. Davids, G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, R. Schmit, E. Forrier, M.-P. Engel, F. Fischer, E.J. Numann, M.J. Havé
- Zaaknummer
A2004/4
- Conclusie
A-G Leclercq
- LJN
AY9300
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2005:AY9300, Uitspraak, Benelux-Gerechtshof, 24‑10‑2005
- Wetingang
Eenvormige Wet betreffende de dwangsom art. 1 lid 1; Rv art. 611a
Essentie
Dwangsom; ‘veroordeling tot betaling van een geldsom’ in de zin van art. 1 lid 1 Eenvormige Wet betreffende de dwangsom (art. 611a lid 1 Rv).
Onder de woorden ‘veroordeling tot betaling van een geldsom’ in art. 1 lid 1 van de Eenvormige Wet betreffende de dwangsom is mede begrepen een veroordeling tot terugbetaling van een geldsom, ook als deze veroordeling het gevolg is van de opheffing van een bewarend beslag onder derden en van het verbod tot kantonnement.
Samenvatting
De Belgische BTW-ontvanger heeft ten laste van een burger inhoudingen verricht op een belastingtegoed. Deze inhoudingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.