Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 611a [Gevallen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1978
- Redactionele toelichting
Het afdelingsopschrift is gewijzigd.
- Bronpublicatie:
23-03-1977, Stb. 1977, 184 (uitgifte: 01-01-1977, kamerstukken: 13789 )
- Inwerkingtreding
01-01-1978
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-10-1977, Stb. 1977, 577 (uitgifte: 01-01-1977, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
1.
De rechter kan op vordering van een der partijen de wederpartij veroordelen tot betaling van een geldsom, dwangsom genaamd, voor het geval dat aan de hoofdveroordeling niet wordt voldaan, onverminderd het recht op schadevergoeding indien daartoe gronden zijn. Een dwangsom kan echter niet worden opgelegd in geval van een veroordeling tot betaling van een geldsom.
2.
De dwangsom kan ook voor het eerst in verzet of in hoger beroep worden gevorderd.
3.
De dwangsom kan niet worden verbeurd vóór de betekening van de uitspraak waarbij zij is vastgesteld.
4.
De rechter kan bepalen dat de veroordeelde pas na verloop van een zekere termijn de dwangsom zal kunnen verbeuren.