NJ 2005, 524
Dwangsom; termijn als bedoeld in art. 1 lid 4 Eenvormige Wet dwangsom (art. 611a lid 4 Rv): geen procesrechtelijke termijn.
BenGH 16-12-2004, ECLI:NL:XX:2004:AU6578
- Instantie
Benelux-Gerechtshof
- Datum
16 december 2004
- Magistraten
J. Jentgen, M. Lahousse, P. Neleman, R. Schmit, E. Forrier, D.H. Beukenhorst, M.-P. Engel, F. Fischer, A.M.J. Van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
A2004/1
- Conclusie
A-G Leclerq
- LJN
AU6578
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2004:AU6578, Uitspraak, Benelux-Gerechtshof, 16‑12‑2004
- Wetingang
Eenvormige Wet betreffende de dwangsom art. 1 lid 4; Rv art. 611a
Essentie
Dwangsom; termijn als bedoeld in art. 1 lid 4 Eenvormige Wet dwangsom (art. 611a lid 4 Rv): geen procesrechtelijke termijn.
De in art. 1 lid 4 Eenvormige Wet betreffende de dwangsom bedoelde termijn is naar zijn aard geen termijn die moet worden beschouwd als een procesrechtelijke termijn die beheerst wordt door het nationale recht van elk der lidstaten. Die termijn wordt niet zonder meer verlengd tot de eerstvolgende werkdag wanneer hij vervalt op een zaterdag, zondag of een wettelijke feestdag.
Samenvatting
Bij beschikking van 13 juli 2000 van de dwangsomrechter is de verzekeraar veroordeeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.