NJB 2021/2953
Unus testis, nullus testis in billenknijpzaak, art. 342 lid 2 Sv: in casu heeft het hof tot uitdrukking gebracht dat het de verklaring van de aangeefster geloofwaardig acht. Het hof is echter niet ingegaan op de vraag of aan het bewijsminimum van art. 342 lid 2 Sv is voldaan. Gelet daarop en mede in aanmerking genomen wat de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep – in lijn met de door het hof voor het bewijs gebruikte verklaring van de verdachte – heeft aangevoerd met betrekking tot de mogelijke oorzaak van de door de aangeefster getoonde emoties, is het kennelijke oordeel van het hof dat met de bewijsvoering aan het bewijsminimum van artikel 342 lid 2 Sv is voldaan, niet zonder meer begrijpelijk.
HR 02-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1594
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 november 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/03435
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1594, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:1017, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑03‑2021
- Wetingang
(art. 342 Sv)
Essentie
Unus testis, nullus testis in billenknijpzaak, art. 342 lid 2 Sv: in casu heeft het hof tot uitdrukking gebracht dat het de verklaring van de aangeefster geloofwaardig acht. Het hof is echter niet ingegaan op de vraag of aan het bewijsminimum van art. 342 lid 2 Sv is voldaan. Gelet daarop en mede in aanmerking genomen wat de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep – in lijn met de door het hof voor het bewijs gebruikte verklaring van de verdachte – heeft aangevoerd met betrekking tot de mogelijke oorzaak van de door de aangeefster getoonde emoties, is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.