JAR 2012/173
Vordering doorbetaling loon o.g.v. vernietigbaarheid ontslag op staande voet; (ambtshalve) matiging; maatstaf; terughoudendheid rechter; motiveringseisen.
HR 01-06-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7347
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 juni 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, W.D.H. Asser, M.A. Loth en G. Snijders
- Zaaknummer
11/02579
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- LJN
BV7347
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BV7347, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑06‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV7347, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑05‑2011
- Wetingang
BW art. 7:680a
Essentie
Verweerster in cassatie, de werkgever, heeft eiseres tot cassatie, de werknemer, op 18 juni 2007 op staande voet ontslagen. De werknemer heeft de nietigheid van dat ontslag ingeroepen. De kantonrechter heeft bij beschikking van 2 april 2009 de arbeidsovereenkomst, voor zover deze nog bestond, ontbonden met ingang van 16 april 2009 onder toekenning van een vergoeding. De werknemer heeft betaling van haar loon gevorderd voor de periode van 18 juni 2007 tot 16 april 2009. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is en heeft de loonvordering, na matiging tot het in art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.