NJB 2022/2104
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Toevoeging van een andere advocaat. Hoge Raad: Indien de betrokkene te kennen geeft niet meer door de toegevoegde advocaat te willen worden bijgestaan, dient de rechter te onderzoeken of de betrokkene toevoeging van een andere raadsman wenst, en in zijn beschikking van het resultaat van dit onderzoek te doen blijken.
HR 16-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1214
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 september 2022
- Magistraten
Mrs. H.M. Wattendorff, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
22/01451
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1214, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:572, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑04‑2022
- Wetingang
Essentie
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Toevoeging van een andere advocaat. Hoge Raad: Indien de betrokkene te kennen geeft niet meer door de toegevoegde advocaat te willen worden bijgestaan, dient de rechter te onderzoeken of de betrokkene toevoeging van een andere raadsman wenst, en in zijn beschikking van het resultaat van dit onderzoek te doen blijken.
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. M.E. Bruning, vs. de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Procesverloop
In dit geding heeft de rechtbank een zorgmachtiging verleend.
Hoge Raad
Ingevolge art. 1:7 lid 1 aanhef en onder a Wvggz geeft de rechter, indien een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.