RBP 2023/57
Gezag van gewijsde. Dient in conventie gevoerd verweer in het kader van de devolutieve werking van het appel opnieuw te worden beoordeeld als geen hoger beroep is ingesteld tegen de afwijzing van hetzelfde verweer in reconventie?
HR 26-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:784
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 mei 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
21/04218
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- JCDI
JCDI:ADS708998:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:784, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑05‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:876, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 30‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑11‑2021
- Wetingang
Art. 236 Rv
Essentie
Gezag van gewijsde. Devolutieve werking van het appel.
Dient in conventie gevoerd verweer in het kader van de devolutieve werking van het appel opnieuw te worden beoordeeld als geen hoger beroep is ingesteld tegen de afwijzing van hetzelfde verweer in reconventie?
Samenvatting
Verweerders vorderen in conventie veroordeling van eisers tot ontruiming van een strook grond. In reconventie vorderen eisers (onder meer) een verklaring voor recht dat de strook grond eigendom is geworden van eisers; primair: als gevolg van verkrijgende verjaring te goeder trouw en meer subsidiair: als gevolg van bevrijdende verjaring eigendom is geworden van eisers.
Rb.: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.