De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/1.4.2:1.4.2 Luxemburg
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/1.4.2
1.4.2 Luxemburg
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS376737:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ook in Luxemburg werd in dezelfde periode de behoefte gevoeld om de met de Nederlandse dwangsom vergelijkbare 'astreinte' wettelijk vast te leggen. Anders dan in België en Nederland vóór invoering van de wettelijke regeling het geval was, vereiste de Luxemburgse jurisprudentie voor het uitspreken van dit zijdelingse dwangmiddel geen wettelijke basis. Net als in Frankrijk had de astreinte zich in Luxemburg in de jurisprudentie kunnen ontwikkelen.
In 1925 werd in Luxemburg voor het eerst de mogelijkheid van het uitspreken van een astreinte in cassatie erkend: het Hof van Cassatie sanctioneerde in zijn arrest van 10 maart 1925 een veroordeling tot levering van een gekochte zaak binnen een bepaalde termijn, onder verbeurte van een astreinte per dag vertraging.1 De bedoelde veroordeling hield naar het oordeel van het Hof van Cassatie geen machtsoverschrijding in, omdat een sanctie ter verzekering van de uitvoering van de uitspraak tot de normale bevoegdheid van de rechtbank behoorde.2 Een dergelijke sanctie was naar het oordeel van het Hof geen straf, noch een vergoeding voor toekomstige schade. Evenmin behoefde de uitspraak speciaal te worden gemotiveerd.
In tegenstelling tot de toenmalige Nederlandse dwangsom en de later in te voeren dwangsom op grond van de Beneluxregeling had de in de Luxemburgse rechtspraak ontwikkelde dwangsom geen definitief karakter. De Luxemburgse astreinte vertoonde in dit opzicht een belangrijke gelijkenis met de astreinte uit het Franse recht.3 Naar Luxemburgs recht volgde - net als in Frankrijk - pas in een vereffeningsprocedure de definitieve vaststelling van het verbeurde bedrag. Invoering van een dwangsom met een definitief karakter op grond van de Beneluxregeling bracht daarom ook voor het Luxemburgs recht een ingrijpende wijziging.