Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
20-08-2010, Stb. 2010, 343 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met art. I, lid 1, van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De burgemeester en de Gouverneur van Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten, behouden de wegens de verklaring van optie ontvangen gelden ter vergoeding van de gemaakte kosten. Het hoofd van de diplomatieke of consulaire post draagt de gelden, bedoeld in de eerste zin, af aan de Minister van Buitenlandse Zaken op de door deze daartoe bepaalde wijze en tijdstippen.
2.
Met betrekking tot de verklaringen van optie, bedoeld in artikel 4, derde lid, kan Onze Minister de burgemeester, de Gouverneur van Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten of het hoofd van de diplomatieke of consulaire post op hun verzoek een vergoeding toekennen. Het hoofd van de diplomatieke of consulaire post dient het verzoek om een vergoeding in door tussenkomst van Onze Minister van Buitenlandse Zaken.