NJB 2021/666:Opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid ‘beroofd houden’, art. 282 lid 1 Sr: in casu is aangever met zijn auto na een stopteken stilgezet en klemgezet door de politie naar aanleiding van een – naar later bleek: vals – internationaal arrestatiebevel bij de totstandkoming waarvan de verdachte (een rechter bij het Iraakse Hoge Strafhof) betrokken was. Het hof kon oordelen dat van vrijheidsberoving van aangever (de schoonzoon van de rechter) in de zin van art. 282 lid 1 Sr sprake is, mede erop gelet dat het aangever hierdoor gedurende meer dan een uur niet vrijstond zich te verwijderen van de plaats waar hij was stilgezet. In hoeverre dit stilzetten en ophouden voldoet aan de voorschriften gesteld aan een ‘aanhouding’ in de zin van art. 53 of 54 Sv is daarvoor niet relevant