Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 428 untricies Factor voor de vereiste stabiele financiering van 50 %
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 28-06-2021.
- Bronpublicatie:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/876)
- Inwerkingtreding
27-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/876)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
De volgende activa zijn onderworpen aan een factor voor de vereiste stabiele financiering van 50 %:
- a)
onbezwaarde activa die op grond van de in artikel 460, lid 1, bedoelde gedelegeerde handeling in aanmerking komen als activa van niveau 2B, exclusief securitisaties van niveau 2B en gedekte obligaties van hoge kwaliteit op grond van die gedelegeerde handeling, ongeacht of zij voldoen aan de operationele vereisten en de vereisten inzake de samenstelling van de liquiditeitsbuffer als beschreven in die gedelegeerde handeling;
- b)
door de instelling bij een andere financiële instelling aangehouden deposito's die voldoen aan de criteria voor operationele deposito's die zijn beschreven in de in artikel 460, lid 1, bedoelde gedelegeerde handeling;
- c)
verschuldigde gelden als gevolg van transacties met een resterende looptijd van minder dan één jaar met:
- i)
de centrale overheid van een lidstaat of van een derde land;
- ii)
regionale overheden of lokale overheden in een lidstaat of in een derde land;
- iii)
publiekrechtelijke lichamen van een lidstaat of van een derde land;
- iv)
in artikel 117, lid 2, bedoelde multilaterale ontwikkelingsbanken en in artikel 118 bedoelde internationale organisaties;
- v)
niet-financiële ondernemingen, retailcliënten en kmo's;
- vi)
kredietcoöperaties waaraan door een bevoegde autoriteit vergunning is verleend, particuliere beleggingsondernemingen en cliënten die depositomakelaar zijn voor zover die activa niet onder punt b) van dit lid vallen;
- d)
verschuldigde gelden als gevolg van transacties met een resterende looptijd van ten minste zes maanden, maar minder dan één jaar met:
- i)
de Europese Centrale Bank of de centrale bank van een lidstaat;
- ii)
de centrale bank van een derde land;
- iii)
financiële cliënten;
- e)
met handelsfinanciering binnen de balanstelling verband houdende producten met een resterende looptijd van ten minste zes maanden, maar minder dan één jaar;
- f)
gedurende een resterende looptijd van ten minste zes maanden, maar minder dan één jaar bezwaarde activa, behalve indien aan deze activa overeenkomstig de artikelen 428 duotricies tot en met 428 quintricieseen hogere factor voor de vereiste stabiele financiering zou worden toegekend mochten zij onbezwaard worden aangehouden, in welk geval de hogere factor voor de vereiste stabiele financiering die zou gelden voor die activa mochten zij onbezwaard worden aangehouden, van toepassing is;
- g)
alle andere activa met een resterende looptijd van minder dan één jaar, tenzij anders bepaald in de artikelen 428 novodecies tot en met 428 tricies.