Einde inhoudsopgave
Landsverordening administratieve rechtspraak [Curaçao]
Artikel 46
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2001
- Redactionele toelichting
M.i.v. 10-10-2010 bestendigd als landsverordening van Curaçao ingevolge art. 1, lid 1, van de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Curaçao (04-09-2010, A.B. 87).
- Bronpublicatie:
03-08-2001, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2001, 79 (uitgifte: 17-08-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-08-2001, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2001, 80 (uitgifte: 17-08-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De griffier maakt proces-verbaal op van de zitting.
2.
Het proces-verbaal vermeldt het volgnummer van het beroepschrift, de datum van de zitting, de naam van de rechter of rechters, de naam van de griffier, de namen van de partijen en hun gemachtigden die ter zitting zijn verschenen, alsmede de namen van de ter zitting verschenen getuigen, deskundigen en tolken.
3.
Het proces-verbaal houdt verder een korte vermelding in van hetgeen ter zitting met betrekking tot het beroepschrift voorvalt.
4.
Het proces-verbaal wordt door de rechter of de voorzitter van de meervoudige kamer en de griffier ondertekend. Bij verhindering van één van hen wordt de reden daarvan in het proces-verbaal vermeld.
5.
Het Gerecht kan, ambtshalve of op verzoek van een partij bepalen dat de verklaring van een partij, getuige of deskundige geheel in het proces-verbaal van de zitting zal worden opgenomen. In dat geval wordt de verklaring terstond op schrift gesteld, aan die partij, getuige of deskundige voorgelezen en door deze met het Gerecht en de griffier medeondertekend. Heeft geen ondertekening plaats, dan wordt de reden daarvan in het proces-verbaal vermeld.
6.
De rechter kan bepalen dat geen griffier aanwezig zal zijn ter zitting. In dat geval wordt het proces-verbaal door hem opgemaakt en slechts door hem ondertekend.