JAR 2011/134
Had rechter o.g.v. art. 25 Rv ambtshalve moeten nagaan of werkgever aansprakelijk was op de voet van art. 7:611 BW?
HR 08-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2466 (Rahmuni/De Jong)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 april 2011
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/05073
- LJN
BP2466
- Roepnaam
Rahmuni/De Jong
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP2466, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP2466, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2011
- Wetingang
BW art. 7:611, 658
Essentie
Arbeidsongeval. Werknemer heeft bij een val zijn elleboog gebroken. Is de werkgever (ex art. 7:658 BW) aansprakelijk voor in de uitoefening van werkzaamheden opgelopen schade van werknemer? Het hof heeft de vordering van de werknemer afgewezen, omdat de werkgever aan haar zorgplicht heeft voldaan. In cassatie betoogt de werknemer dat de rechter o.g.v. art. 25 Rv. ambtshalve moet nagaan of werkgever aansprakelijk was op de voet van art. 7:611 BW. De werknemer heeft echter geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan toepassing van artikel 7:611 BW in aanmerking zou kunnen komen. Het cassatieberoep wordt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.