V-N 2015/23.1.2
Terechte navordering voor schijnbetalingen naar Liechtenstein
HR 24-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1116
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 april 2015
- Zaaknummer
14/05568
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1116, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑04‑2015
- Wetingang
art. 16 AWR;art. 3.8 Wet IB 2001; art. 8 lid 1 Wet VPB 1969
Essentie
Terechte navordering voor schijnbetalingen naar Liechtenstein
Samenvatting
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt na verwijzing door de Hoge Raad dat aan de licentie-betalingen geen prestaties ten grondslag liggen en dat via een brievenbusmaatschappij is gepoogd om de winsten van X bv kunstmatig laag te houden. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Uitspraak
Belanghebbende, X bv, exploiteert een groothandel in coatings en chemicaliën. X bv betaalt reeds vanaf 1975 licentiekosten aan een bedrijf in Liechtenstein. In 2008 stelt de inspecteur na een boekenonderzoek dat dit een dekmantel is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.