NJB 2023/1492
‘Deelneming’ aan een organisatie i.d.z.v. art. 140 en 140a Sr: daarvan kan slechts dan sprake zijn als de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in die artikelen bedoelde oogmerk. In casu is niet toereikend voor een veroordeling hiervoor dat de verdachte van Al Qaida op het Arabisch Schiereiland een identiteitskaart en een bedrag van $ 2.500, dat voor een straatarm land als Jemen een enorm geldbedrag is, heeft ontvangen. Dat is niet anders doordat de verklaring van de verdachte dat hij die identiteitskaart en dat geld uit liefdadigheid heeft ontvangen, niet geloofwaardig is. A-G: anders.
HR 30-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:771
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 mei 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
22/02139
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:771, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑05‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:539, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑12‑2022
- Wetingang
Essentie
‘Deelneming’ aan een organisatie i.d.z.v. art. 140 en 140a Sr: daarvan kan slechts dan sprake zijn als de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in die artikelen bedoelde oogmerk. In casu is niet toereikend voor een veroordeling hiervoor dat de verdachte van Al Qaida op het Arabisch Schiereiland een identiteitskaart en een bedrag van $ 2.500, dat voor een straatarm land als Jemen een enorm geldbedrag is, heeft ontvangen. Dat is niet anders doordat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.