RvdW 2010/787
Opsporingsbevoegdheid Koninklijke Marechaussee.Overig geschrift.
HR 15-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK6142
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 juni 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/00141
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BK6142
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Politierecht (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK6142, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK6142, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑12‑2009
- Wetingang
Sv art. 141 (oud); Sv art. 344 lid 1 sub 2, en sub 5; Aanwijzingsbeschikking opsporingsambtenaren Koninklijke marechaussee (Stcrt. 1994, 70) art. 1; Politiewet 1993 art. 6 lid 1 sub b en sub d
Essentie
De opsporingsambtenaren van de Koninklijke marechaussee waren niet bevoegd tot opsporing omdat de ondersteunende diensten van het Ministerie van Defensie onder het begrip ‘strijdkrachten’ cfm art. 6 lid 1 sub b Politiewet 1993 vallen. De opgemaakte processen-verbaal kunnen worden aangemerkt als andere geschriften ex art. 344 lid 1 sub 5 Sv.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 21 december 2007, nummer 24/000547-06, in de strafzaak tegen: M.K. Adv. mr. J. Boksem te Leeuwarden.