RvdW 2016/548
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Huurrecht. Vergoeding verhuiskosten bij renovatie huurwoning; art. 11g Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh) (oud) en art. 7:220 lid 5 en 7 BW; maatstaf; dwingend recht? Aanspraak op schadevergoeding bij dringende werkzaamheden; art. 7:220 lid 1 BW; maatstaf. Samenloop van renovatie en dringende werkzaamheden.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 april 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
15/05226
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:726, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:80, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:13, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2016
- Wetingang
Art. 392 Rv; art. 7:220 BW; art. 11g Bbsh (oud)
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Huurrecht. Vergoeding verhuiskosten bij renovatie huurwoning; art. 11g Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh) (oud) en art. 7:220 lid 5 en 7 BW; maatstaf; dwingend recht? Aanspraak op schadevergoeding bij dringende werkzaamheden; art. 7:220 lid 1 BW; maatstaf. Samenloop van renovatie en dringende werkzaamheden.
Op grond van art. 11g lid 1 Bbsh (oud) respectievelijk art. 7:220 lid 5 BW draagt de toegelaten instelling, respectievelijk de verhuurder, bij in de verhuis- en inrichtingskosten van de huurder indien die verhuizing ‘noodzakelijk is in ...