NJF 2005, 256
Executiegeschil. Verjaring verbeurde dwangsommen? In kort-gedingvonnis wordt appellante veroordeeld onder verbeurte van dwangsommen. In hoger beroep in de bodemzaak wordt appellante uiteindelijk in het gelijk gesteld. De vraag of geïntimeerde over kan gaan tot executie van de dwangsommen dient te worden beslist aan de hand van het dictum en het licht van de in de vernietigde beslissing gemotiveerde beslissing (vgl. HR, NJ 1999, 381).
Hof 's-Hertogenbosch 05-04-2005, ECLI:NL:GHSHE:2005:AT5749
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
5 april 2005
- Magistraten
Mrs. J.T. Begheyn, J.M. Brandenburg, G.M.J. Ackermans
- Zaaknummer
KGC0400666/HE
- LJN
AT5749
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2005:AT5749, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 05‑04‑2005
- Wetingang
Rv art. 438
Essentie
Executiegeschil. Verjaring verbeurde dwangsommen? In kort-gedingvonnis wordt appellante veroordeeld onder verbeurte van dwangsommen. In hoger beroep in de bodemzaak wordt appellante uiteindelijk in het gelijk gesteld. De vraag of geïntimeerde over kan gaan tot executie van de dwangsommen dient te worden beslist aan de hand van het dictum en het licht van de in de vernietigde beslissing gemotiveerde beslissing (vgl. HR, NJ 1999, 381).
Partij(en)
Appellante, proc. mr. J.P.F.W. van Eijck,
tegen
Geïntimeerde sub 1 en 2, proc. mr. J.F.H. Hulshuizen.
Uitspraak
(Post alia:)
4.2
Het gaat in dit geding om het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.