NJ 2004, 335
Verjaring ex art. 7:23 lid 2 BW. Onderhandelingen op zichzelf kunnen de verjaring niet stuiten (Vgl. HR 1 februari 2002, NJ 2002, 195). Beroep op verjaring tijdens onderhandelingen kan onder omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn.
Hof 's-Hertogenbosch 18-11-2003, ECLI:NL:GHSHE:2003:AP3588
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
18 november 2003
- Magistraten
Mrs. De Groot-van Dijken, Hendriks-Jansen, Fikkers
- Zaaknummer
C0201230/HE
- LJN
AP3588
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2003:AP3588, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 18‑11‑2003
- Wetingang
BW art. 3:310 lid 1; BW art. 3:317 lid 1; BW art. 7:23 lid 2
Essentie
Verjaring ex art. 7:23 lid 2 BW. Onderhandelingen op zichzelf kunnen de verjaring niet stuiten (Vgl. HR 1 februari 2002, NJ 2002, 195). Beroep op verjaring tijdens onderhandelingen kan onder omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn.
Samenvatting
Koper van woning klaagt in brief van 10 maart 1998 bij verkoper over hoog vochtgehalte in de woning (non-conformiteit) en stelt verkoper daarvoor aansprakelijk. Partijen onderhandelen vervolgens met elkaar over een mogelijke regeling, maar zonder resultaat. Koper dagvaardt verkoper op 20 april 2001. Verkoper beroept zich op verjaring (art. 7:23 lid 2 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.