NJ 2002, 195
Medische aansprakelijkheid: verjaring; stuiting; erkenning; geen stuiting door onderhandelen; redelijkheid en billijkheid; essentiële stelling.
HR 01-02-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD5811
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 februari 2002
- Magistraten
R. Herrmann, J.B. Fleers, A.G. Pos, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop
- Zaaknummer
C00/108HR
- Conclusie
A-G de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AD5811
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD5811, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑02‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD5811, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2002
- Wetingang
BW art. 3:310; BW art. 3:317
Essentie
Medische aansprakelijkheid: verjaring; stuiting; erkenning; geen stuiting door onderhandelen; redelijkheid en billijkheid; essentiële stelling.
Kennelijk en niet onbegrijpelijk heeft Hof de brief die is geschreven in kader pogingen een schikking te bereiken, niet aldus verstaan dat daarin aansprakelijkheid wordt erkend. Ook ingeval partijen in onderhandeling zijn, geldt nog steeds dat voor stuiting van de verjaring een schriftelijke aanmaning of een schriftelijke verklaring is vereist waarin de schuldenaar zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt; dit geldt ook ingeval aan de onderhandelingen een aansprakelijkstelling is voorafgegaan die op zichzelf genomen de verjaring heeft gestuit zodat vervolgens een nieuwe termijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.